Aan de slag met dakisolatie 

Allereerst kijk je aan de binnenkant van het dak of er isolatiemateriaal is aangebracht. Zo ja, check de dikte van de isolatie met bijvoorbeeld een breinaald. Is de dikte minder dan 5 centimeter? Dan kan je dak nog beter geïsoleerd worden. Zie je aan de binnenkant geen isolatie? Kijk dan onder de dakpannen of daar wel isolatie zit.

• Is je huis voor 1975 gebouwd? Bij de bouw is geen isolatie aangebracht. Misschien dat het dak daarna geïsoleerd is. Vaak is dit een dunne laag die matig isoleert.
• Een huis in de periode 1975-1992 werden meestal matig geïsoleerd. De isolatiewaarde kan beter
• Een huis dat gebouwd is na 1992 heeft redelijke tot goede isolatie en hoef je niet verder te verbeteren!

Isolatie van een schuin dak is op drie manieren aan te brengen: aan de buitenkant, binnenkant of door het spuiten van isolatiemateriaal onder je dakpannen.

1. Aan de buitenkant isoleren levert het beste resultaat op. Bij deze techniek worden de dakpannen van het dak gehaald, het isolatiemateriaal aangebracht en de dakpannen weer op het dak gelegd.
2. Wanneer je dak (nog) niet gerenoveerd hoeft te worden, kun je kiezen voor isolatie aan de binnenkant van je schuine dak. Je kunt hiervoor verschillende materialen gebruiken, waaronder isolerende gipsplaten. Dan ben je in één keer klaar.
3. Een derde optie is het (laten) spuiten of blazen van isolatiemateriaal onder je dakpannen, maar dit levert matige isolatie op. Als dakisolatie (nog) niet mogelijk is, bekijk dan of je jouw zolder goed kunt afsluiten door bijvoorbeeld een luik te plaatsen en leg zoldervloerisolatie aan.

Ook een plat dak kun je op verschillende manieren isoleren, maar de beste optie is vanaf de buitenkant. Het risico op vochtschade is namelijk groot wanneer je kiest voor isolatie aan de binnenzijde van je plat dak.

1. Er zijn twee manieren om platdakisolatie toe te passen vanaf de buitenkant. Je kunt isoleren onder of boven op de dakbedekking. Isoleren onder de dakbedekking levert de beste isolatiewaarde op. De bestaande dakbedekking wordt weggehaald, de isolatieplaten worden geplaatst en vervolgens afgedekt met een nieuwe laag dakbedekking.
2. Als je bestaande dakbedekking nog in goede staat is, kun je ervoor kiezen om drukvaste en waterbestendige isolatieplaten boven op de dakbedekking te laten plaatsen. Daar bovenop komt een laag grind of tegels tegen het wegwaaien.

Als de zolder leeg staat of wordt gebruikt als opslagruimte – en dus niet als leefruimte – is het isoleren van je zoldervloer een goede optie. De warmte die van beneden opstijgt wordt dan tegengehouden door de vloer, waardoor je zolder niet onnodig wordt opgewarmd.

Hiervoor worden ‘vulgaten’ geboord aan de bovenzijde van de vloer, die vervolgens worden gevuld met isolatiewol. Wanneer de holle ruimte tussen de zoldervloer en het plafond eronder is gevuld met een goede isolatielaag worden de vulgaten weer afgedicht met kurk. Niet een hele grote klus dus, en daardoor is zoldervloerisolatie vrij snel voor elkaar.

Het is bij zolderisolatie ook belangrijk om de toegang tot de zolder goed te isoleren. Het loont daarom om tochtwering aan te brengen bij je vlizotrap.

Het isoleren van je dak is een flinke ingreep. Gelukkig zijn er ook veel makkelijkere manieren om energie te besparen. Zo kan tochtstrips plaatsen onder je deur, je kattenluik tochtdicht maken of ervoor zorgen dat de brievenbus niet meer kleppert. Bekijk 9 tips om je huis tochtvrij te maken.

Wil je nog meer doen om gas te besparen? Dan is de volgende stap de temperatuur van je cv-ketel aanpassen. Die staat standaard op 80 graden en dat is zonde! Het kost namelijk veel gas om die temperatuur te bereiken. Verlaag de temperatuur van je cv-ketel naar 70, 60 of zelfs 50 graden. Dit scheelt gasverbruik en dus ook in de kosten. Daarnaast kom je op deze manier erachter of je huis al geschikt is om van het aardgas af te gaan. Doe mee!