1. Zorg dat je de groente op de juiste manier snijdt
Gelijkgesneden stukken en mooie platte kanten zorgen voor een gelijkmatig en snel resultaat, doordat je een groot deel tegelijk kunt grillen. Snijd bijvoorbeeld courgettes en aubergines in mooie lange plakken, niet in blokjes.
2. Stel de perfecte groentespies samen
Zorg dat je groenten bij elkaar rijgt die niet alleen qua smaak lekker bij elkaar passen, maar die ook ongeveer dezelfde gaartijd hebben. Zachte groenten zoals tomaten en champignons gaan goed samen. Hardere groenten zoals uien en paprika gaan juist goed samen met courgette.
3. Sommige groenten kun je voor het lekkerste resultaat beter even voorgaren
Asperges, wortels, bloemkool en aardappelen zijn daar een goed voorbeeld van. Tien minuten voorkoken is voldoende. Daarna goed afdrogen, even insmeren met olie en ze kunnen op de grill!
4. Voorkom aangebrande groenten
Met vlees en vis kan het hard gaan, maar ook groente kan je verrassen. Grill je groenten daarom boven een indirecte warmtebron op gemiddelde temperatuur. Draai ze regelmatig en blijf erbij staan. Heb je het grillen nog niet zo onder de knie? Je kunt groenten ook stomen in kleine afgesloten pakketjes van aluminiumfolie. Een vergelijkbare aanpak is handig voor groente die veel vocht bevat: leg er wat aluminiumfolie onder en voorkom rommel op de gril.
5. Gebruik een lekkere olie (of marinade)
Marineer je groenten of smeer ze even in met wat olie voor het beste resultaat. Ze drogen dan niet uit en blijven ook minder snel plakken aan je gril (dat scheelt weer een poetsbeurt). Voeg knoflook en kruiden toe aan je olie of marinade, zo komen de smaken van de groenten het beste tot hun recht.
6. Verwerk (overgebleven) groente eventueel in spreads en tapenades
Lekker op een (volkoren) stokbroodje of Turks brood voor bij de barbecue (of later bij de lunch).