Waarom goed (voor je)?
Een walnoot bevat vele soorten vitaminen zoals vitamine B1, vitamine E, vitamine B6, magnesium, eiwitten, kalium en ijzer (zie Voedingscentrum). Ontzettend gezond dus en rijk aan genoeg vitaminen voor een gezond lichaam! Een ander pluspuntje is dat ze veel onverzadigde vetten leveren. Daarnaast zijn walnoten goed te gebruiken als vleesvervangers en dus een goede keuze voor een lekker vegetarisch gerecht.
Wat kun je ermee?
Walnoten zijn een gezonde, lekkere en handige toevoeging aan je gerecht. Daarnaast weten we dat walnoten als vleesvervanger kunnen worden gebruikt. Maar hoe kunnen we ze nou zelf bereiden? Je kunt ze allereerst op de bekendste manier eten: uit het vuistje. Je kraakt de walnoot en eet de vrucht op. Maar daarnaast kun je de gekraakte walnoot ook pellen, hakken, roosteren of karamelliseren. Je kunt ze pellen om de bittere smaak te verliezen. Doe dit door ze eerst 30 seconden in kokend water te leggen en vervolgens direct met koud water af te spoelen. Met een mesje is het nu gemakkelijk om het losse velletje eraf te halen.
Door de walnoten in de pan of in de oven te doen, kun je ze roosteren. Je hakt ze simpel met een mes en een snijplank. Walnoten karamelliseren doe je door een half kopje suiker (staat gelijk aan half kopje walnoten) te smelten in een pan met een houten lepel tot een karamelachtige kleur. Ondertussen rooster je ze kort in de oven en doop je ze kort in de gesmolten suiker. Even afkoelen.. Heerlijk om toe te voegen in een toetje!