Leestijd minuten

Onvermoeibaar doorgaan

‘Het was een bewogen jaar, waarin de verkiezingsuitslag duidelijk maakte dat veel Nederlanders verlangden naar een andere politieke koers. We maakten een lange formatieperiode mee, met onrust en protest door bezuinigingen op cultuur, onderwijs, ontwikkelingssamenwerking en het asielbeleid. Ook in ons werkveld raasde het kabinet met harde hand door het beleid.

Opnieuw wil het kabinet naar Brussel om uitzonderingen te vragen: om meer mest te mogen uitrijden op het land dan is toegestaan, en om voorlopig niets te hoeven doen aan het sterk vervuilde water in onze sloten en meren. Bedrijven die op het punt stonden stappen te zetten richting vergroening – van Schiphol tot de grote chemische industrie – hebben door afgezwakt beleid minder reden om door te zetten.

Het is een bittere pil die in je keel blijft steken. Jarenlang werkten ondernemers, overheden en bedrijven keihard om klimaat-, natuur- en stikstofbeleid van de grond te krijgen. Het kostte tijd om beleid en wetgeving te maken, maar de uitvoering kwam op gang. Nu ontstaan er opnieuw onduidelijkheid en vertraging. Alsof we ons dat kunnen veroorloven!

En toch: als ik om me heen kijk, zie ik hoeveel mensen onvermoeibaar doorgaan met hun waardevolle initiatieven en acties, ongeacht de chaos en onzekerheid. ‘Wij gaan gewoon door hoor, let maar op’, dat is wat ik hoor. In deze Update kom je ze ook tegen. De grootste biologische bloemenkweker van ons land laat zien hoe hij in tien jaar tijd afscheid nam van kunst- en bestrijdingsmiddelen. Een burgerwetenschapper vertelt waarom ze in haar vrije tijd watermonsters neemt bij de uitlaatklep van het riool. En collega Rik, die met woningdelen niet alleen iets doet aan de wooncrisis, maar ook flink wat bouwmateriaal bespaart.

Ondertussen blijven wij in Den Haag hard aan het werk. Daar maken we beleidsmakers en politici duidelijk wat écht nodig is om Nederland, nu en in de toekomst, leefbaar te houden.’ ●

– Marjolein Demmers, directeur Natuur & Milieu

Biologische sierteler: ‘Alles wat we nodig hebben zit in de natuur’

Juli 2024. Een groep van biologische siertelers verlaat de kwekerij en vertrekt naar Den Haag. Ze gaan in gesprek met Kamerleden en bieden maar liefst drie ministers hun plan aan. Hun pleidooi: de kwekers van biologische bloemen en bollen verdienen hulp van de overheid. In het huidige tuinbouwsysteem worden juist zij benadeeld. Natuur & Milieu is een van de ondersteunende organisaties.

We spreken met Geert Op ’t Hof (48), een kweker met het grootste biologische snijbloemenbedrijf van Nederland. Van de 24 hectare aan biologische snijbloemen is ruim elf hectare in zijn beheer. De zoon van Geert (22) staat al klaar om dit familiebedrijf in de Bommelerwaard op termijn over te nemen. ‘Dit is een bedrijf voor de toekomst.’

Heel enthousiast
Waarin zit het verschil met gangbare kwekers? Geert: ‘Biologische kwekers gebruiken geen kunstmest en geen chemische bestrijdingsmiddelen. En we telen in volle grond. Doordat we geen chemie gebruiken, doen we veel handmatig, zoals schoffelen en onkruid afbranden. Onkruid is trouwens echt de grootste bottleneck, veel meer dan schadelijke beestjes of ziektes. We hebben de bloemenranden rondom ons land heel hard nodig. Daar leven de bestuivers. Denk aan bijen en de natuurlijke bestrijders zoals het lieveheersbeestje, dat luizen uit planten eet. Geert heeft zijn kwekerij in tien jaar volledig omgevormd tot een biologisch bedrijf: ‘Eerst ging de kunstmest eruit. Tot mijn verbazing zag ik daar nauwelijks negatieve effecten van. Een paar jaar erna ben ik gestopt met chemische bestrijdingsmiddelen. Ik zag de bodem erop vooruitgaan. Meer zuurstof, goede bacteriën en schimmels. En na verloop van tijd zag ik het ook aan mijn bloemen. Een langere houdbaarheid. Een betere bladkleur. En ja, dan word je enthousiast, heel enthousiast. Natuurlijk wil je graag “het goede doen”. Maar je bent en blijft een bedrijf met personeel dat draaiend moet blijven. En daar moet het over gaan in deze discussie. Hoe je met biologische bloemen een gezond bedrijf kan neerzetten.’

Gezonde bodem, gezonde plant
De kweker wordt gezien als pionier: ‘Uiteindelijk is het toch echt zo: alles wat we nodig hebben, zit gewoon in de natuur. Met een gezonde bodem krijg je een gezonde plant. Voor de planten en bloemen van Nederlandse bodem heeft de natuur alles in huis. Als iets van nature hier kan groeien, is het vele malen sterker. Bijvoorbeeld de allium, duizendschoon of margriet. Zo briljant zit de natuur in elkaar. Helaas zijn wij die inzichten de afgelopen decennia kwijtgeraakt. Nu zijn we er weer massaal naar op zoek. Een docent bodemkunde zei eens: chemie is angst, biologie is passie. Daar ben ik het helemaal mee eens.’

Van biologische bloemen is bekend dat je ze meestal alleen in het voorjaar en de zomer kunt vinden. Moeten we afscheid nemen van een boeketje op tafel in de wintermaanden? Geert: ‘Nee, zeker niet. Als kwekers moeten we wel creatief zijn met bijvoorbeeld mooie takken, tulpen en droogbloemen. En natuurlijk vraagt het ook van de consument bewustzijn: wat wil ik in die vaas in de winter en wat is daarvoor nodig? Voor mijn bedrijf is het een mooie uitdaging om meer kwetsbare bloemen biologisch te telen. Het is nogal saai als je maar uit tien biologische bloemen kunt kiezen, dan ziet ieder boeket er hetzelfde uit. Soms lukt het ook gewoon niet met een bepaalde bloem, bijvoorbeeld door een hardnekkige schimmel. Dan gaan we door naar een volgende soort.’

Realiteit
Geert Op ’t Hof neemt met zijn bedrijf bijna de helft van de biologische bloemensector in. Wat ziet hij in de rest van de sector gebeuren? ‘Het besef groeit dat de Nederlandse sierteelt zo niet door kan. De maatschappelijke weerstand groeit. De overheid pakt steeds meer middelen af, zo is het gevoel. En dan natuurlijk ook de rechtszaken die omwonenden aanspannen tegen telers. En wat je daar ook van vindt: het is de realiteit waar je als bedrijf mee te maken hebt. Het is voor siertelers nu ontzettend belangrijk om kennis te vergroten en te delen over de ontwikkelingen in de sector. Daar helpen wij graag aan mee. Onlangs had ik nog zo’n vijftig kwekers op mijn bedrijf.’
Terug naar de overheid: waarom stond Geert deze zomer in Den Haag? ‘Op dit moment is nog niet eens één procent van de sector biologisch gecertificeerd. De overheid wil graag dat er meer biologische teelt komt. We willen geen gesubsidieerde sector worden, dat is voor geen enkel bedrijf gezond. Maar de overheid kan wel een aantal obstakels wegnemen. Bijvoorbeeld de kosten voor het biologische keurmerk van de overheid. Denemarken is daar veel verder in: dat compenseert biologische boeren volledig voor de certificering. En een lagere waterschapsheffing is ook logisch, want wij vervuilen het water niet. Het zou ook al helpen als de overheid zelf in ieder geval biologische bloemen inkoopt.’ ●

Bioteler Geert van 't Hofakker met bloemen

'In de teelt van bloemen en kamerplanten moeten we nog grote stappen zetten. Natuur & Milieu werkt daarvoor samen met de Tuinbranche, de brancheorganisatie voor tuincentra in Nederland. We zorgen ervoor dat kwekers minder schadelijke middelen gaan gebruiken en dat tuincentra ze minder verkopen.'

Portretfoto Berthe Brouwer
Berthe Brouwer
Programmaleider Bestrijdingsmiddelen
Vrouw is aan het klussen in huis en staat op een steiger
man op bank in huis
Vrouw is aan het klussen in huis en staat op een steiger
man op bank in huis

Meer woningen door verbouw

‘Doe wat je zegt,’ dacht projectleider Rik van der Ploeg. Onder zijn leiding bracht Natuur & Milieu afgelopen zomer een rapport uit waaruit bleek dat er tot en met 2030 tot 120.000 extra woningen gerealiseerd kunnen worden zonder nieuwbouw. De mogelijkheden van nieuwe woonlagen op bestaande bouw, het splitsen van woningen en het transformeren van bestaande gebouwen tot woningen biedt ontzettend veel potentie om het woningtekort snel aan te pakken en vooral om grondstoffen te besparen.

Bij de 981.000 nieuwe woningen die we in Nederland willen bouwen, ligt de focus van het kabinet nu vooral op nieuwbouw.
Maar door juist te kijken naar de mogelijkheden en kansen van bestaande bouw, vergroot je heel snel het aantal woningen dat beschikbaar is. En bovendien is het beter voor het milieu, benut je de beschikbare ruimte beter en kun je met minder mensen méér werk verrichten.

Heerlijke reuring
Rik nam in augustus vrij om een bestaande woning in Gelderland te verbouwen zodat er meerdere gezinnen in kunnen wonen. ‘We wonen inmiddels samen met het gezin van onze dochter. We hebben nu iets wat je een drie-generatie-woning zou kunnen noemen. Het is heerlijk om die reuring te hebben. We hebben allemaal ons eigen gedeelte, maar delen gezamenlijke ruimtes met zelfs wat gastenkamers. Om dat te doen in een bestaande woning die je dan direct verduurzaamt, is ontzettend leuk. We doen veel zelf en gebruiken zo veel mogelijk natuurlijk en tweedehands materiaal.’

En zo zijn er meer voorbeelden. Collega Mark de Jongh trok vorig jaar in een woning in een oud winkelpand. ‘Beneden zat voorheen een boekwinkel, maar die is verhuisd naar een paar deuren verderop. Het hele pand stond verder leeg, op wat opslagplekken na. Een aannemer heeft het helemaal verbouwd tot zes appartementen. Ik woon nu in wat vroeger de kantine was. De appartementen zijn allemaal goed geïsoleerd en hebben nieuwe ramen, waardoor je ook het geluid van de markt bijna niet meer hoort. Vanaf mijn dakterras heb ik nu prachtig uitzicht op de verschillende torens in het oude centrum.’

Minder grondstoffen
Het onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van splitsen, optoppen en transformeren van bestaande gebouwen en woningen werd uitgevoerd door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), in opdracht van Natuur & Milieu. Met dit onderzoek laten we zien dat een te eenzijdige focus van de overheid op nieuwbouw ongelofelijk zonde is. De problemen bij nieuwbouw, zoals het tekort aan materialen en personeel en het gebrek aan grond, spelen minder bij het verbouwen van bestaande gebouwen. Je vangt dus meerdere vliegen in één klap. Met slim beleid kunnen er op korte termijn heel wat woningzoekenden blij worden gemaakt en hebben we minder grondstoffen nodig. ●

De wereld dichtbij ontdekken

Voor veel mensen lijkt een verre reis dé manier om nieuwe bestemmingen te ontdekken. Daarbij wordt in veel gevallen één ding vergeten: de enorme CO2-uitstoot van de vlucht. We doen allemaal dagelijks ons best om duurzamer te leven – van minder nieuwe spullen kopen tot minder vlees eten. Toch lijkt de impact van ons reisgedrag nog vaak buiten beeld te blijven. Maar wat als je dezelfde verrijkende ervaringen dichter bij huis kunt vinden?

Met de campagne ‘Op vakantie? Denk dichtbij’ willen Natuur & Milieu en Milieu Centraal het bewustzijn van de klimaatimpact bij jongvolwassenen vergroten. We weten uit onderzoek dat juist veel jonge, klimaatbewuste Nederlanders regelmatig kiezen voor verre vliegreizen. Dat terwijl ze beseffen dat klimaatverandering een van de grootste uitdagingen van onze tijd is. Intercontinentale vluchten dragen veel bij aan de totale uitstoot van de luchtvaartsector en worden vooral door deze groep gemaakt. Met onze campagne willen we ze bewust maken van de impact van hun verre vliegreis.

Waarom blijven we ver vliegen?
Er zijn veel factoren die meespelen bij het kiezen voor een verre vliegreis. Groepsdruk, prijs, en de perceptie dat juist verre bestemmingen meer waardevolle ervaringen bieden, spelen een grote rol. Het geeft aan hoe hard beleidsverandering nodig is, zodat de drempel hoger wordt om ver te vliegen. Evenals meer besef over de impact op
het klimaat en meer aantrekkelijke voorbeelden van bestemmingen dichtbij.

Versterken klimaatbesef
Hoe verder je vliegt, hoe groter de impact op het klimaat en de natuur. Dit wordt vaak onderschat. Een vlucht naar Bali stoot bijvoorbeeld 3.100 kg CO2 uit, terwijl een reis naar Ibiza 450 kg CO2 uitstoot. Ter vergelijking: een persoon stoot gemiddeld jaarlijks ongeveer 8.500 kg CO2 uit. Minder vaak en minder ver vliegen maakt al een enorm verschil in het verminderen van de uitstoot.

Ben je op zoek naar een vakantie waarvoor je niet de wereld over hoeft te vliegen? Ontdek dan onze reisgids met tien verrassende droombestemmingen dichtbij en begin jouw avontuur. ●

Mensen op een zandstrand omringd door rotsen
Mensen aan de slag langs de waterkant

‘Een flinke hoosbui? Voor je het weet drijven de drollen door de grachten’

Neem je bij een flinke hoosbui een douche om lekker op te warmen? Dan kan het zomaar zijn dat het riool overbelast raakt. De shampoo, medicijnresten en drollen uit het riool worden dan niet gefilterd maar komen rechtstreeks in het oppervlaktewater terecht. Wat doet zo’n riooloverstort met de kwaliteit van het water? Met deze vraag startten we het burgerwetenschapsproject ‘Water op de Kaart’.

Na ons succesvolle project Vang de Watermonsters – waarbij we vijf jaar lang de waterkwaliteit maten – duiken we nu nog dieper in het waterthema. Samen met onderzoeksinstituut NIOO-KNAW én een enthousiaste groep burgerwetenschappers gaan we een jaar lang op onderzoek uit. We zoomen in op één probleem: riooloverstort. Wat is het verschil in waterkwaliteit op plekken waar wel of juist geen rioolwater geloosd wordt? En, nog belangrijker: hoe kunnen we dit onderzoek gebruiken om deze kwaliteit te verbeteren?

Sven Teurlincx, waterecoloog bij NIOO-KNAW, legt uit: ‘Gewapend met meetmateriaal gaan onze burgeronderzoekers aan de slag, op dertig plekken in stedelijk gebied. Zij zijn ambassadeurs richting hun gemeente of de waterschappen en hebben veel eigen inbreng. Zo maken we waterkwaliteit geen ver-van-je-bedshow, maar worden gemeenten en burgers hier actief bij betrokken.’
Hoe het meten in z’n werk gaat? ‘Onze burgerwetenschappers vangen deeltjes op met een trechter, kijken naar de hoeveelheid slib op de bodem en zoeken naar diertjes die vaker opduiken bij een slechte waterkwaliteit. Denk aan de waterpissebed of poelslak – niet de meest sexy dieren, maar wel heel nuttig,’ vertelt Sven.

De lokale bevindingen helpen Natuur & Milieu weer om landelijk maatregelen en beleid voor te stellen. Zo werken we aan gezond water voor iedereen. ●

'Water is de blauwe draad in mijn leven. Het is niet alleen iets technisch, waarvan je kunt denken: de waterschappen lossen het maar op. Nee, het gaat over ons drinkwater, ons zwemwater, al het groen om ons heen. Door midden in Utrecht watermetingen te doen, hoop ik dat meer mensen zich hier bewust van worden. Het project “Water op de Kaart” vraagt een behoorlijke inzet, maar ik draag er graag mijn steentje aan bij.'

Burgerwetenschapper Water op de Kaart
Harmke van Dam
Burgerwetenschapper

Colofon

Redactie: Marije Allemekinders, Lenneke Bolkenbaas, Mark de Jongh, Sandra van Kuijk en Dieuwertje Penders
Eindredactie: Jeroen Teitler (Teitler Tekst)
Met dank aan: Marjolein Demmers, Geert Op ’t Hof, Rik van der Ploeg en Sven Teurlincx.

De Update is een uitgave voor donateurs en relaties van Natuur & Milieu en verschijnt twee keer per jaar. Bekijk andere edities.

De mooie projecten in ons magazine zijn mede mogelijk gemaakt door steun van onze donateurs. Steun ook ons werk en word donateur. Iedere donatie draagt bij aan het realiseren van concrete oplossingen voor natuurherstel en klimaatverandering.

November 2024 © Natuur & Milieu

Deel artikel