Marie Kondo is er duidelijk over: “Behoud uitsluitend de spullen die je een gevoel van blijdschap brengen.” Met haar opruimaanpak is ze zeer populair. Kringloop- en stortplaatsen zuchtten soms onder een eindeloze toevloed aan spullen. Spullen die ons blijkbaar niet langer gelukkig maken. Naast dat spullen ons niet altijd gelukkig maken, zorgen ze ook nog eens voor een aanzienlijke milieu-impact. Er valt voor de planeet echt nog wat te winnen als we onszelf beter bevragen, nog voordat we een aankoop doen: “Heb ik dit artikel wel echt nodig? En gaat het me ook op de langere termijn plezier opleveren?”.
Al onze aankopen, of we het nu hebben over onze kleding, ons speelgoed, onze vervoersmiddelen, onze inrichting, maar ook het abonnement op een tijdschrift, hebben impact op het milieu. Om al die spullen te produceren is water en land nodig. De productie leidt tot ontbossing en een druk op de voorraad aan grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen van onze aarde. Ook de biodiversiteit heeft te lijden onder onze koopdrift. De productie van spullen lijdt zelfs tot bodem-, lucht- en waterverontreiniging waar we uiteindelijk onszelf ziek mee maken.
Meer impact dan je misschien denkt
Voor het boek De Verborgen Impact van Babette Porcelijn, onderzocht bureau CE Delft in 2018 de impact van ons consumptiegedrag met behulp van de ReCiPe methode. Daarbij worden milieupunten toegewezen aan onze consumptieve gedragingen, zoals spullen kopen en eten. De ReCiPe-score is een indicator op basis van de gewogen milieuscore van schade aan de menselijke gezondheid (door menselijke toxiciteit, smog en fijnstof bijvoorbeeld), schade aan ecosystemen (door klimaatverandering, ecotoxiciteit, verzuring en landgebruik) en de uitputting van grondstoffen.
Uit dit onderzoek blijkt dat voor de gemiddelde Nederlander de milieu-impact van spullen het grootst is. Groter nog dan de impact van vlees eten, auto rijden, vliegen of je huis verwarmen. Ben jij een enorme vleesliefhebber, koop je weinig spullen, ben je zuinig met energie en reis je bijna niet? Dan kan het zijn dat voor jou persoonlijk geldt dat jouw vleesconsumptie de grootste milieu-impact heeft. Voor iemand die zich ieder jaar één vliegreis naar Maleisië permitteert en een gemiddelde hoeveelheid spullen koopt, is het waarschijnlijk dat ene vliegtuigticket. Maar onze spullen zijn verantwoordelijk voor meer dan een derde deel van de totale milieu-impact van ons huishouden.
De verborgen impact
Waarom realiseren we ons eigenlijk niet dat de impact van onze spullen zo groot is? Babette Porcelijn schrijft hierover in haar boek dat we het in de eerste plaats normaal zijn gaan vinden om geld uit te geven aan spullen die niet behoren tot onze eerste levensbehoeften. We kijken naar de prijs en het veronderstelde plezier dat we aan een product denken te hebben. Zodra het plezier van onze spullen is opgeraakt, laten we de spullen weer verdwijnen in het zwarte gat van de milieustraat en (hopelijk ook) de kringloopwinkel. De consumptiemaatschappij stimuleert ons bovendien om steeds meer te kopen. Een smartphone wordt trager of heeft niet de beste camera meer, nieuwkoop is vaak goedkoper dan repareren, onderdelen zijn niet altijd beschikbaar en we willen er nu eenmaal graag bij horen. Want naast de praktische en financiële componenten, hebben onze spullen ook een sociale functie.
Als we ons wel dingen afvragen over onze aankopen, zo schrijft Babette, dan is onze intuïtie helaas niet altijd de beste raadgever. Zo heeft collectieve verontwaardiging er – gelukkig! – toe geleid dat plastic boodschappentasjes in de ban zijn gedaan. Maar kijk op zaterdag op de parkeerplaats van een supermarkt, en je kunt constateren dat veel mensen nog altijd hun boodschappen met de auto halen. Dat terwijl je uit de aardolie die nodig is voor één liter benzine wel 1200 plastic boodschappentasjes kunt produceren. Als je twee of drie keer in de week boodschappen doet op de fiets in plaats van één keer per week met de auto zorg je én een beetje voor je lichaam én een beetje voor onze planeet. Win-win!
Klimaatimpact in een ander land
De impact van onze spullen vindt ook meestal plaats op een andere plek en in een andere tijd dan de aankoop of het gebruik ervan. In De Verborgen Impact wordt de spijkerbroek als voorbeeld aangehaald. De katoenproductie voor één jeans kost 10.000 liter water. Bij deze katoenproductie worden kunstmest en pesticiden gebruikt. Per broek is 10 m2 landbouwgrond nodig en wordt er 32 kg CO2 uitgestoten. De koper merkt daar weinig van. De impact op het milieu heeft vooral plaats in China, India en Afrika. Als deze milieucijfers verplicht op het label van de broek vermeld zouden staan, en helemaal als er ook nog een prijskaartje aan zou hangen, dan zou je misschien sneller besluiten dat je de broek niet echt nodig hebt, of kiezen voor een duurzamer geproduceerde broek. Wil je een snelle klimaatklapper maken? Koop dan al je kleding tweedehands. Het scheelt 270 kg CO2 per persoon per jaar.
Voor elektronica - verantwoordelijk voor een derde deel van de totale milieudruk van gebruiksartikelen- geldt de mijnbouw als een enorme vervuiler waarin bovendien ook kinderen worden blootgesteld aan giftige stoffen en gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Ook het transport van al die spullen is enorm vervuilend. Babette Porcelijn: “De zestien grootste zeeschepen stoten evenveel zwavel uit als alle auto’s bij elkaar. En er varen niet zestien, maar 50.000 vrachtschepen over de wereld, waarvan 5.200 containerschepen die spullen vervoeren.”
Als koper realiseer je je vaak niet wat er bij de productie van deze aankopen komt kijken. En misschien wil je er op het aankoop-moment ook niet aan denken, omdat je wel een betere camera op je telefoon wilt hebben of meer geheugencapaciteit. Toch is het belangrijk om te realiseren dat we de aarde een plezier kunnen doen door genoegen te nemen met de minder scherpe selfie-camera of de minder grote geheugencapaciteit van onze huidige telefoon.
Bewustzijn vergroten
Je merkt het: de impact is groot. Hoe vergroten we nu ons bewustzijn? Er bestaan gelukkig al duurzaamheidslabels die consumenten helpen om een duurzamere keuze te maken. Maar dat is natuurlijk niet genoeg. Mensen moeten zich ook realiseren dat een kapot product niet altijd het einde betekent. Voor veel kleine reparaties kun je bijvoorbeeld terecht bij Repair Cafés in je buurt. Ook zijn er in veel steden reparatiediensten voor smartphones. En wat dacht je van de kleermaker?
Echte stappen worden pas gezet als ook de overheid hier verantwoordelijkheid neemt. Jelmer Vierstra, Programmaleider Circulaire Economie bij Natuur & Milieu wijst op het grote belang van passende wet- en regelgeving: “Sinds oktober 2019 zijn Europese fabrikanten verplicht om koelkasten, televisies, wasmachines en vaatwassers te ontwerpen die gemakkelijker te repareren zijn. Daarnaast zijn ze ook verplicht om tot 10 jaar na aankoop onderdelen in voorraad te houden die reparaties mogelijk maken. Natuur & Milieu wil de repareerbaarheid van apparaten vergroten door deze te laten opnemen in het energielabel. Daarnaast werken we aan een beter toegankelijk overzicht van reparatiemogelijkheden, reparateurs, onderdelen en handleidingen. ”
Duurzame producten aantrekkelijk maken
Het meeste effect kunnen we bereiken als we de duurzamere opties aantrekkelijker maken voor ieders portemonnee. Jelmer Vierstra vertelt: “Als de milieuschade van al onze activiteiten een prijs krijgt en de milieuvriendelijker variant van onze spullen goedkoper wordt, dan zullen we langzamerhand vanzelf overstappen naar milieuvriendelijkere varianten. Milieuschade verwerken in de kostprijs, noemen we ‘inprijzing van milieuschade’. In onze position paper over inprijzing van milieuschade kun je lezen welke mogelijkheden wij hiervoor aandragen bij de overheid. Het belangrijkste principe hierbij is dat de vervuiler betaalt.”
Spullen lenen bespaart geld en ruimte
Het inprijzen van milieuschade nodigt ook uit tot ander gedrag: producten met een hoge milieu-impact worden duurder, waardoor we ons bijvoorbeeld afvragen: Moet ik die auto of die hogedrukspuit wel zelf hebben? Of kan ik die misschien ook wel lenen? Jelmer Vierstra: “Ons ‘sociale contract’ is daar nu nog niet helemaal op ingesteld. We vinden het ook vaak vervelend de buurman te storen om iets te lenen. Het in bezit hebben van spullen geeft ons een veilig gevoel. Gelukkig komen er langzamerhand al nieuwbouwcomplexen en woonwijken waar bewoners gebruikmaken van één parkeerruimte met een aantal elektrische leenauto’s, en met één ruimte met tuinspullen voor gezamenlijk gebruik. Een VVE gaat dan ook over het beheer van die spullen.”
Dingen juist niet bezitten bespaart vaak geld en ruimte, en af en toe iets lenen of uitlenen leidt ook tot meer sociale contacten. De 80-jarige geluksstudie van Harvard naar het geheim van een lang en gelukkig leven bevestigt dat niet onze spullen, maar onze sociale contacten en relaties het grote verschil maken. Met ‘samen doen’ met spullen valt dus meer te winnen dan alleen een gezondere planeet, namelijk: duurzaam geluk!
Investeren in duurzaam geluk
Wil je nu meteen al investeren in dat ‘duurzame geluk’? Stel jezelf bij al je aankopen dan allereerst deze vraag: Heb ik deze aankoop wel echt nodig? En vervolgens: Maakt deze aankoop mij écht gelukkig, niet alleen nu, maar ook over 2, 5 of 10 jaar? De derde vraag is: Moet ik dit product eigenlijk wel kopen? Of kan ik het ook lenen/huren (bijvoorbeeld een auto, boormachine, hoge drukspuit)? En vraag jezelf ten slotte af: Bestaat er voor dit artikel misschien een duurzamere variant? Stel deze vier vragen voordat je een artikel in je winkelwagen of duurzame boodschappentas werpt, dan hoef je later veel minder weg te gooien en verklein je jouw klimaatimpact.
Wel iets kopen, maar dan zo duurzaam mogelijk
Als je een aankoop doet, bestaan er meer en minder duurzame keuzes. Voor telefonie en computers kun je bijvoorbeeld kiezen voor een repareerbare smartphone zoals de Fairphone of een tweedehands of refurbished apparaat. Gaat het om spullen in huis? Bezoek dan eens een antiek-curiosa markt of kringloopwinkel en geef mooie tijdloze spullen een tweede leven in jouw huis. Ook is het belangrijk om de repareerbaarheid van een product te controleren, zo weet je zeker dat het bij een klein probleem niet gelijk verwordt tot wegwerpproduct.
Oorsprong van producten telt ook mee
Kijk ook naar de herkomst van producten of van kleding die je wilt kopen. Europa stelt hogere eisen aan de milieu-impact en de kwaliteit van producten dan bijvoorbeeld China. En spullen uit Nederland of Europa leggen veel minder vervuilende kilometers af dan spullen uit Azië of de Verenigde Staten al voordat je ze in gebruik neemt. Wil je iets moois en duurzaams kopen? Richt je dan niet op de goedkoopste (buitenlandse, online) aanbieders, maar zoek producten die lokaal, of anders bij voorkeur in Europa geproduceerd zijn. Loop voor spullen die je af en toe nodig hebt eens bij de buren langs of kijk op een website als Peerby.com.
Persvoorlichters
Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.