Minder dierlijk, meer plantaardig
In Nederland consumeren we op dit moment nog veel dierlijke producten. Zo’n 60% van onze eiwitinname is dierlijk en 40% is plantaardig, want niet alleen dierlijke producten bevatten eiwitten. Deze voedingsstof is ook te vinden in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen. Het is noodzakelijk voor mens, natuur en milieu om de productie en consumptie van dierlijke voeding te verminderen en meer plantaardige eiwitten te consumeren.
De vlees- en zuivelindustrie zorgt voor te veel CO2-uitstoot. Daarnaast groeit de wereldbevolking en hoe meer mensen, hoe meer voedsel er nodig is om al deze monden in de toekomst te voeden. Als we niet uitkijken, zal dat ervoor zorgen dat de mondiale veestapel nog meer zal groeien en nog meer druk op de planeet zal leggen. Daarom zetten we in op de eiwittransitie, zodat in 2030 onze eiwitinname is veranderd naar 60% plantaardig en 40% dierlijk. Deze transitie is nodig om de klimaatdoelen uit Parijs te bereiken en de opwarming van onze aarde te beperken tot 1,5 – 2 graden Celsius. Alleen is er geen nationaal beleid opgesteld om te zorgen dat mensen minder dierlijke producten gaan eten.
Beleid en campagnes op nationaal niveau
Beleidsmakers laten het initiatief nu vooral bij de voedselindustrie, met convenanten en andere afspraken die helaas vaak niet ingrijpend genoeg zijn. Dit komt doordat de overheid vindt dat het niet aan de politiek is om te bepalen wat de consument op zijn bord legt. Geen ‘betutteling’ dus. De overheid probeert wel het aanbod van plantaardige voeding te stimuleren in hun bedrijfskantines. Bij verschillende overheidsinstanties gebeurt het steeds vaker dat vegetarisch eten wordt aangeboden tijdens lunchvergaderingen op de werkvloer of tijdens bijeenkomsten. Zo wordt er tijdens bijeenkomsten van de gemeente Amsterdam in eerste instantie alleen nog vegetarische hapjes aangeboden, biedt gemeente Wageningen alleen nog maar vegetarische catering aan tijdens bijeenkomsten en is vegetarisch de norm bij diners van ministerie OCW. Dit is een vorm van nudging. Het begrip nudging wil zeggen dat mensen een duwtje in de goede richting krijgen naar gezondere keuzes.
De overheid voert voorzichtig campagne om de consument te helpen andere voedselkeuzes te maken. Denk aan keurmerken over duurzaamheid en gezondheid. Een ander voorbeeld is de campagne IedereenDoetWat van de overheid. Deze campagne die inhaakt op allerlei duurzame gedragingen, toont aan dat het eten van noten en peulvruchten ook een belangrijke stap is naar een duurzamere levensstijl. Toch is daar de boodschap ‘eet minder vlees’ bewust buiten gehouden, zo bleek in 2021 uit onderzoek van Wakker Dier. Dit bleek ‘politiek erg gevoelig’. Verder voert het Voedingscentrum (gefinancierd door de overheid), sinds 2019 de campagne ‘Eetwissel’ om mensen te stimuleren duurzamer en gezonder te eten. De communicatie richt zich ook op de wissel van dierlijke naar plantaardige eiwitten. Ook legt het Voedingscentrum sinds 2016 meer de nadruk op plantaardige voedingsmiddelen in de Schijf van Vijf. Dit komt echter niet in de buurt van de Schijf for Life, een initiatief dat in 2021 werd gelanceerd door diëtisten om te laten zien dat een evenwichtig voedingspatroon ook mogelijk is met alleen plantaardige voeding.
Beleid in andere landen
In de Nederlandse Schijf van Vijf ligt sinds 2016 de nadruk op groente en fruit en vooral op volkorenproducten, minder vlees en meer plantaardige voedingsmiddelen. Toch staan er nog wel zuivel- en vleesproducten in de Schijf van Vijf en worden deze groepen als belangrijk weergegeven. Een mooi voorbeeld van hoe het ook kan, is de Food Guide van Canada. In Canada heeft de overheid ook een Schijf van Vijf ontwikkeld. Opvallend is dat in deze Canadese variant vlees en zuivel een heel beperkt aandeel hebben als essentiële voedselgroep en plantaardig eten de overhand heeft. Het voedingsmodel van dit land is meer gebaseerd op een plantaardig voedingspatroon.
Farm to Fork
Hoe gaat dat dan op Europees niveau? In mei 2020 is de Farm to Fork-strategie gepubliceerd door de Europese Commissie. Farm to Fork staat voor: van Boer tot Bord. Deze strategie beschrijft de toekomst van het Europese voedselsysteem. De Europese Commissie wil dat Europa wereldwijd de norm aan gaat geven als het gaat om duurzaam voedsel. Duurzame consumptie zal de vraag naar duurzaam geproduceerde producten aanjagen. Om dit te stimuleren hoopt de Europese Commissie dat de industrie zelf afspraken gaat maken over hoe zij gezondere en duurzamere producten beschikbaar kunnen stellen voor de consument. In de Europese Strategie ontbreken nu dus nog concrete maatregelen om duurzame voedselconsumptie te stimuleren. De overheid kan bijvoorbeeld koplopers in het bedrijfsleven ondersteunen door te investeren in kennis en ondernemerschap. Ook kan de overheid ervoor zorgen dat reclames voor te goedkoop vlees niet meer mogelijk zijn.
Regels rondom vleesadvertenties
Ook buiten de politiek wordt er vergelijkbare invloed uitgeoefend op ons voedingspatroon. Reclame-uitingen hebben namelijk invloed op onze eetgewoontes. Uit het rapport van Planbureau voor de Leefomgeving ‘Voedselconsumptie Veranderen’ blijkt dat veel Nederlanders wel minder vlees willen eten, maar het moeilijk vinden om hun eetgewoontes te veranderen. Voedselroutines bepalen wat we consumeren. Consumenten, bedrijven, maatschappelijke organisaties, influencers en overheden beïnvloeden deze routines. Producenten zetten forse reclamemiddelen in om vraag naar hun producten te creëren, terwijl de vraag van consumenten naar duurzaam en diervriendelijk voedsel kennelijk spontaan moet ontstaan.
Als de consument steeds opnieuw wordt geconfronteerd met dierlijke voeding, is het lastig om dit patroon te veranderen. Als je dit wilt veranderen vergt dat een collectieve inzet. Reclame-uitingen over gezonde en plantaardige voeding helpen om meer bewustwording te creëren bij de consument. Denk bijvoorbeeld aan de reclamecampagnes tegen roken. De overheid kan bijdragen door strenger te zijn met regels rondom advertenties voor vlees.
Supermarkten ondersteunen met richtlijnen
De overheid werkt nog niet veel samen met supermarkten die een sleutelrol hebben in ons huidige voedselsysteem. Uit het Klimaatakkoord blijkt dat supermarkten een belangrijke rol hebben om klimaatvriendelijke producten steeds meer te stimuleren. De gezonde, klimaatvriendelijke keus moet steeds meer voorgesteld worden als de gemakkelijkste en normaalste keuze. Dit zorgt ervoor dat consumenten meer verleid worden om voor deze voedingsmiddelen te kiezen. Volgens Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is het mogelijk maken van een gezond dieet met plantaardige eiwitten een belangrijke pijler voor supermarkten. Met het project Superlijst van Questionmark wordt nu ook onderzocht in hoeverre supermarkten met hun aanpak het beoogde doel bereiken.
De overheid oefent nog weinig druk uit om de eiwittransitie te realiseren voor 2030 door het idee dat de consument zoveel mogelijk wordt vrijgelaten om te eten wat hij wilt. Supermarkten spelen ook een belangrijke rol in de eiwittransitie maar kunnen dit niet alleen. Voor de overheid ligt hier nog een grote taak. Wat de overheid precies zou kunnen doen schreven wij eerder in deze opinie.