“Je kunt er zelfs van gaan houden”, het is misschien wel de meest opmerkelijke uitspraak over windmolens die Hennie doet. Want windmolens kunnen niet altijd op veel liefde rekenen. Zeker niet als het een zo’n tweehonderd meter hoge jongen is, zoals die op een paar honderd meter afstand van Hennies boerderij. “Als ik de deur uitloop op mijn bedrijf, kan ik er direct zeven zien staan”, vertelt Hennie. “En ik kijk ook altijd even. Gewoon om te checken hoe de wind staat en hoe hard het waait.” De molens zijn ongemerkt onderdeel van de omgeving geworden.
Wat heeft een windmolen met snel internet te maken?
“Je hebt bij het plannen van windmolens de traditionele aanpak en de nieuwe aanpak”, legt Hennie uit. “Bij de traditionele aanpak krijgt alleen iedereen die op een bepaalde afstand woont van de molens een geldbedrag. Je weet hoe het dan gaat, wie de meeste heibel schopt, krijgt vaak meer. In zo’n hechte gemeenschap als de onze komt dat altijd uit. Dus dat geeft alleen maar méér heibel. En uiteindelijk wordt niemand er blij van”.
De molen bij Hennie in de buurt werd geplaatst door Zuidenwind, een energiecoöperatie. Hennie: “Ik besloot er neutraal in te gaan. En ik moet zeggen dat ik verrast was door hun open manier van werken. Het was echt een andere aanpak dan wat ik heb gehoord over de molens hier verder op. Ze nodigden iedereen uit voor een bijeenkomst en waren vanaf het begin heel duidelijk. We gaan samenwerken, maar wel met de gemeenschap als geheel. Dus als jullie iets hebben dat jullie willen, een buurthuis, straatlantarens of … Nou ik wist wel wat: glasvezel internet. Wij zijn hier maar met veertien huishoudens en krijgen internet door een koper kabeltje. Dat werkt natuurlijk niet, zeker als je een bedrijf hebt zoals ik. ‘Ok’ zeiden ze, ‘als iedereen dat wil, gaan we daarmee aan de slag’. Ik dacht ‘dat zal wel’. Maar ze waren zeer serieus en hadden na drie weken al de eerste contacten gelegd. En een jaar later, hadden we het beide: een windmolen én snel internet. Iedereen blij.”
Iedereen Stroomopwaarts
Met onze nieuwe campagne ‘Iedereen Stroomopwaarts’ geven we een podium aan inspirerende verhalen over zon een wind, verteld door omwonenden, kunstenaars, natuurliefhebbers en ontwikkelaars. We belichten niet alleen de mooie kanten, maar hebben het ook over de zorgen en problemen die de transitie naar schone stroom met zich meebrengt.
Tip 1: praat mee
“Wat je niet wil is dat je achteraf moet zeggen dat je er niets vanaf wist”, zegt Hennie. “Dus zorg dat je meepraat. Ga naar een bijeenkomst als die georganiseerd wordt en spreek je uit. Het is een goede kans om iets moois te regelen voor de buurt. Heb je de bijeenkomst gemist, kijk hoe je alsnog je bijdrage kan leveren. En tegen de ontwikkelaars wil ik zeggen: rust niet tot je iedereen gesproken hebt. Ga er echt achteraan, iedereen is belangrijk. En maak de groepen bij een bijeenkomst niet te groot. Dan hoor je vaak alleen degenen die het hardste schreeuwen. Neem de tijd om verkeerde informatie te weerleggen. Vraag welke angsten mensen hebben. Ik weet dat mensen bijvoorbeeld bang zijn voor straling en magnetische velden.”
Tip 2: laat je niet afschrikken
“Als er te veel tegelijk op je afkomt, heb je misschien de neiging om je hakken in het zand te zetten. Omdat je je overvallen voelt. Puur door de omvang. Probeer dan niet te veel naar het hele plaatje te kijken, maar focus op de windmolens waar jij echt mee te maken krijgt. En op wat dat voor jouw buurt betekent. Ben je ontwikkelaar? Begin dan klein, dan houd je het overzichtelijk. En kunnen mensen zelf ervaren wat het betekent om ‘met de wind’ te leven. Ga pas dan verder met plannen maken. Plan zeker niet zonder goed overleg meer molens, maar ga opnieuw in gesprek. Kijk wat een gemeenschap nodig heeft. Zodat windmolens er langzamerhand op een vanzelfsprekende manier bij gaan horen.”
Tip 3: leefbaarheid compenseren met leefbaarheid
Er is een kans dat je bang bent dat windmolens ten koste gaan van de leefbaarheid. Van het uitzicht, van de rust, van het vertrouwde landschap, van de biodiversiteit. Hennie: “zorg dat je als gemeenschap iets terugkrijgt dat de leefbaarheid juist vergroot. Dan wordt het bijvoorbeeld ‘er staan windmolens, maar we hebben wel het beste internet’. Nog een voorbeeld? Hier verderop in Heibloem hebben we een instelling voor jeugdzorg. Die ligt op een prachtig oud landgoed. Maar hij mag ook wel gemoderniseerd worden. Dat zouden we van de opbrengsten van de molens kunnen doen. Het vergroot de werkgelegenheid en zorgt voor nieuw leven in het dorp. Dan ben je mensen aan het aantrekken in plaats van afstoten. Dan worden die windmolens een voordeel in plaats van een nadeel.”
Tip 4: creëer een omgevingsfonds
De kern is dat je geld vrijmaakt voor de gemeenschap, je eigen buurt. Geld dat die windmolen(s) voor jouw buurt verdienen. Bijvoorbeeld door een euro per kWh opbrengst te reserveren. Stort dit geld in een buurtfonds, waaruit initiatieven kunnen worden betaald. “Het is belangrijk dat je je vervolgens met de buurt organiseert om te bepalen waar het geld aan besteed moet worden”, vindt Hennie. Hij heeft zelf in zijn buurt een collectief opgericht. “Zo weet je zeker dat iedereen achter de initiatieven staat en dat iedereen ervan profiteert.”
Willen we dat iedereen van windmolens gaat houden? “Dat is niet reëel”, zegt Hennie. “De een vindt molens mooi, de ander niet. Het is ook een kwestie van smaak. Maar als het sentiment slecht is voor de plaatsing, dan zal die molen niet veel goeds kunnen doen. Dan denk je elke keer als je ‘m ziet, daar staat die weer in mijn uitzicht. En als je maar iets hoort, ga je je ergeren. Heb je een positief of minimaal neutraal gevoel bij die windmolens, dan geef je ze het voordeel van de twijfel. Dan is de kans groter dat je er vrede mee hebt, de voordelen ervan inziet, er soms zelfs van gaat houden en er trots op bent. Zo van: ‘Het zijn toch ‘onze’ molens.”
Persvoorlichters
Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.