Grondwater raakt steeds verder vervuild
Een groeiend probleem is de aanwezigheid van chemische stoffen in het grondwater. Uit onderzoek blijkt dat deze stoffen, afkomstig uit onder andere bestrijdingsmiddelen en industrieel afval, steeds vaker en dieper in het water worden aangetroffen . Dit wordt ook wel de ‘vergrijzing van het grondwater’ genoemd. Dat is problematisch, want als schadelijke stoffen eenmaal op grote diepte in het grondwater terechtkomen, is het vrijwel onmogelijk om ze er nog uit te halen.
In Nederland wordt drinkwater op ruim tweehonderd locaties gewonnen. Het grootste deel – zo’n zestig procent – komt uit grondwater. De rest uit oppervlaktewater, zoals rivieren en meren . Beide bronnen staan onder druk, maar vooral het grondwater raakt langzaam maar zeker verder vervuild.
In een periode van enkele decennia is het aandeel drinkwaterwinningen waarin te veel bestrijdingsmiddelen worden aangetroffen flink toegenomen. In meer dan 75% van de grondwaterwinningen worden resten van bestrijdingsmiddelen gevonden . In ruim een derde van de meetpunten worden één of meerdere bestrijdingsmiddelen boven de norm aangetroffen . Onderzoekers zien dat steeds meer meetpunten overschrijdingen laten zien en ook meer in het diepere grondwater. Ook in waarnemingsputten – plekken rondom drinkwaterwinningen waar wordt gemeten of stoffen onderweg zijn – worden steeds vaker verontreinigingen aangetroffen. Dat is een voorbode van toekomstige problemen.
Wat het extra ingewikkeld maakt: vervuiling in het grondwater wordt pas veel later zichtbaar. Stoffen doen er meestal jaren over om bij een drinkwaterbron aan te komen. Tegen de tijd dat dat gebeurt, is ingrijpen vaak al te laat.
Ook oppervlaktewater is vervuild
Niet alleen het grondwater is in gevaar. Ook het oppervlaktewater waarmee we een groot deel van ons drinkwater maken, bevat resten van bestrijdingsmiddelen. Uit onderzoek blijkt dat op bijna alle innamepunten bestrijdingsmiddelen worden aangetroffen en dat in meer dan de helft van de locaties de normen één of meerdere keren zijn overschreden . In totaal zijn er meer dan 150 verschillende stoffen gevonden.
Het bijmengen van schoon grondwater wordt soms gebruikt om vervuild oppervlaktewater te verdunnen. Maar wanneer het grondwater zelf vervuild raakt of schaarster wordt, werkt ook deze oplossing niet meer.
PFAS en TFA: chemische stoffen die blijven
Een ander toenemend probleem is de aanwezigheid van PFAS: chemische stoffen die nauwelijks afbreken. Ze worden gebruikt in allerlei toepassingen – van verpakkingsmateriaal tot kleding – en zitten ook in sommige bestrijdingsmiddelen. PFAS verspreiden zich via lucht, water en bodem en hopen zich op in ons milieu én in ons lichaam. Daarom worden ze ook wel ‘forever chemicals’ genoemd.
In Nederland zijn PFAS op veel plaatsen in zowel grond- als oppervlaktewater aangetroffen.
Het RIVM beschouwt kraanwater nog steeds veilig, omdat de bijdrage van drinkwater aan de totale PFAS-inname gemiddeld onder de gezondheidskundige grenswaarde ligt . Echter adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie dat PFAS in drinkwater maximaal 20% van de totale PFAS-bloostelling mag veroorzaken. Bij meer dan de helft van de metingen in drinkwater uit rivierwater en bij één op de tien metingen in grondwater wordt die norm overschreden . Wanneer ook de inname via voedsel wordt meegerekend, overschrijft de totale blootstelling aan PFAS deze grens. Uit onderzoek blijkt bovendien dat bijna de hele Nederlandse bevolking meer PFAS in het bloed heeft dan gezond wordt geacht . Langdurige blootstelling kan schadelijke effecten hebben op het immuunsysteem, de hormoonhuishouding en mogelijk leiden tot ernstige ziekten.
TFA: een opkomende zorg
Een specifiek aandachtspunt is TFA, een afbraakproduct van PFAS. Deze giftige stof breekt niet af en lost goed op in water. Daarbij drinkt TFA gemakkelijk door tot het grondwater en kan het niet verwijderd worden met bestaande zuiveringstechnieken . De Deense milieuautoriteit besloot daarom bestrijdingsmiddelen met TFA te verbieden . In Nederland wordt TFA in de Rijn in de hoogste concentraties waargenomen, hoger dan andere PFAS .
Hoewel veel nog onzeker is over de gezondheidsrisico’s van TFA, zijn waterbedrijven duidelijk: deze stof hoort niet in de natuur thuis en moet zoveel mogelijk bij de bron worden aangepakt.
Het Nederlandse drinkwater voldoet aan de PFAS-parameterwaarden in de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn, is het op basis van de meest recente gezondheidskundige inzichten wenselijk om de hoeveelheid PFAS die mensen binnenkrijgen via drinkwater, en andere routes, te verlagen .
De druk op de drinkwatervoorziening neemt toe
De toenemende vervuiling zet de drinkwatervoorziening verder onder druk. In sommige regio’s dreigen bestaande bronnen niet meer bruikbaar te zijn, waardoor nieuwe winningspunten nodig zijn – iets wat niet altijd overal mogelijk is. Bovendien voldoet Nederland nog niet aan de Europese Kaderrichtlijn Water, die stelt dat lidstaten de achteruitgang van de waterkwaliteit moeten stoppen en drinkwaterbronnen moeten beschermen.
Naarmate de verontreiniging toeneemt, moeten drinkwaterbedrijven meer inspanningen leveren om het water te zuiveren. Dat maakt drinkwater duurder en ingewikkelder.
"De kwaliteit van onze waterbronnen raakt aan alles wat ons lief is: gezondheid, natuur en toegang tot betaalbaar drinkwater. Daarom is dit hét moment om in actie te komen."
Tijd voor actie
We kunnen erger voorkomen, maar we moeten nu ingrijpen.
Dat betekent dat de overheid duidelijke keuzes moet maken. In waterbeschermingsgebieden – de plekken waar ons drinkwater vandaan komt – moet het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen stoppen. Juist de biologische landbouw zou daar gestimuleerd moeten worden. Ook de giftige PFAS-bestrijdingsmiddelen moeten versneld worden verboden, om hardnekkige vervuiling van het grondwater te voorkomen.
Daarnaast moet de overheid boeren actief helpen bij de overstap naar duurzame landbouw. Niet met alleen mooie woorden, maar met concrete steun: financiële middelen, kennis en duidelijke regels.
Bij Natuur & Milieu zetten we ons hier dagelijks voor in. We voeren gesprekken met beleidsmakers, doen onderzoek naar waterkwaliteit, en werken samen met boeren, wetenschappers en drinkwaterbedrijven. Zo bouwen we aan een systeem waarin gezond water, natuur en landbouw samen kunnen gaan. Maar dat kunnen we niet alleen.





