Home      De prijs van vervuiling: als de fabriek je leven raakt

De prijs van vervuiling: als de fabriek je leven raakt

Een groot deel van de Nederlanders woont naast of in de buurt van een fabriek. Een aantal van deze fabrieken stoot vervuilende stoffen uit in het water, lucht of in de bodem. Dagelijks ondervinden omwonenden hier de gevolgen van. Met deze serie roepen we de politiek op om in actie te komen: bescherm Nederlanders tegen vervuiling.

De portretten staan symbool voor de vele mensen die op plekken wonen waar de gezondheid van omwonenden ondergeschikt is geraakt aan economische belangen. In beeld en tekst laten we zien wat vervuiling met hun leven doet en geven we hen een stem. Een gezonde leefomgeving – met schone lucht, water en vruchtbare bodem – is de basis voor ons bestaan en een recht voor iedereen.

portret industrie man voor de fabriek
Foto: Harm van der Poel

Pieter Kwaadgras

“Kijk, ik maak mij voor mijzelf geen zorgen, gelet op mijn leeftijd. Waar moet ik mij nog angstig over maken? Maar bij mijn vrouw is er twee jaar geleden nierkanker geconstateerd. Ik ga niet zeggen dat er een causaal verband is met de industriële rotzooi die hier uitgestoten wordt. Maar het gaat wel door je heen, het zit wel ergens in je achterhoofd. Voor mijzelf ben ik niet zo bang, maar het gaat wel om de volgende generaties. Het gaat over mijn kinderen, over jullie kinderen. En ik denk dat het nog steeds een ernstig onderschat probleem is.”

“In de wijk hebben wij periodiek last van stank, lawaaiklachten, onzekerheid en gebrek aan informatie over migratie van PFAS vanuit de bodem op het terrein van de fabriek naar de omgeving. Onvoldoende informatie over de mate waarin onze oppervlaktewateren rondom de fabriek besmet zijn met PFAS.”

“Het zou al een wereld van verschil maken als het toezicht zou verbeteren en milieuregels strenger gehandhaafd worden. Een goed industriebeleid is alleen mogelijk bij een goede leefomgeving. Dit besef vraagt om een cultuurverandering bij overheid en bedrijfsleven: meer deskundigheid bij ministeries, provincies, gemeenten en omgevingsdiensten. Een overkoepelende organisatie regelen die doorzettingsmacht heeft als omgevingsdiensten het af laten weten en bijvoorbeeld geen of onvoldoende werk maken van aanwijzingen. Een Gezondheidsraad die ongevraagd kan adviseren over gezondheid en leefomgeving. Adviezen die alleen gemotiveerd afgewezen kunnen worden en in de vaste commissies voor IenW en Volksgezondheid besproken moeten worden. Ophouden met klankbordgroepen en een verhaal over de balans tussen belang industrie en een gezonde leefomgeving, die balans is namelijk al heel lang zoek. Het is nu tijd voor actie.”

portret industrie vrouw voor de fabriek
Foto: Harm van der Poel

Meta Kamphuis

“Mijn ouders woonden, toen ik geboren werd, al dicht bij de fabriek. We hadden weinig geld, dus ik at fruit uit de tuinen van buren en zwom als kind in de rivier waar gif werd geloosd. Daarbij slikte ik vaak water in. Zo kreeg ik jarenlang giftige stoffen binnen. Toen ik 17 was, overleed mijn vader aan prostaatkanker; een jaar later mijn moeder aan keel- en longkanker. Zelf kamp ik sinds mijn jeugd met een zwak immuunsysteem en veel gezondheidsproblemen.

PFAS stapelt zich op in ons lichaam en breekt bijna niet af. In mijn omgeving zit zoveel vervuiling dat we binnen een straal van één kilometer geen groente, fruit of eieren uit de eigen tuin mogen eten. Zelfs het drinkwater en natuurwater zijn niet meer veilig. Wij moeten ons aanpassen, geld lijkt wel belangrijker dan onze gezondheid. Op mijn 45ste kreeg ik darmkanker, terwijl het niet erfelijk was. Volgens mijn oncoloog zat het al in mijn lijf vanaf mijn dertigste. Na zware chemokuren volgde revalidatie, maar die moest ik stoppen toen mijn grote liefde ziek werd en zes weken later overleed aan leverkanker. Niet lang daarna kreeg mijn zus een zeldzame vorm van kanker. Zelf leef ik verder met blijvende schade en zit ik midden in onderzoeken naar mogelijke MS of andere neurologische aandoeningen. Het voelt alsof mijn leven is afgepakt.

“De overheid moet een nationaal PFAS-verbod instellen. Als je dat hebt sta je sterker naar Europa. En de gemeente en de provincie kunnen dan maatregelen nemen. Toon lef. Dan zullen industrieën wel in hoger beroep gaan maar dan moeten ze wel stoppen. Op dit moment lekt PFAS nog de grond en het (riool)water in; wat er in Amerika gebeurt, dat gebeurt hier ook. Het verandert nu niet. Een vergunning aanvragen is nu heel makkelijk, maar bezwaar maken als bewoner is heel moeilijk. Stop PFAS, een gezonde leefomgeving is een mensenrecht”.

portret industrie gezin thuis
Foto: Harm van der Poel

“Wij hebben last van een rotte eiergeur drie à vier keer per week – vooral ’s nachts – en geregeld last van verbrande-rubbergeur. Daarbij hebben wij pikzwarte vensterbanken tot in de slaapkamers en een verontreinigde tuin. Er is door de fabriek zelf gemeten dat hun gifstoffen bij ons tot in ons huis lagen: het is zelfs aangetroffen op de toetsen van onze piano waar onze vierjarige ook op speelt! Wij hebben, als de wind onze kant op staat, 24/7 last van de bromtonen van de afzuiging van de fabriek. Dit geluid bestaat uit drie zeer harde frequenties die non-stop doorgaan en door dichte ramen en deuren heen gaan. Ook ons ventilatiesysteem pikt deze geluiden op en ons huis fungeert als klankkast. Zowel de fabriek als alle omgevingsdiensten weten hiervan maar er gebeurt niets, want: bij harde wind kan geen geluid gemeten worden en juist dan pieken de frequenties de pan uit. De eigenaren van de fabriek weten dit, maar ondernemen pas actie zodra er een rechtszaak aan hun broek hangt. Zeer berekenend.”

“Ik hoop dat áls deze fabriek steun krijgt van de overheid dat dan in eerste instantie gekeken wordt naar de omwonenden en niet naar de economische motieven. Wij worden hier al ontzettend lang vergiftigd terwijl de overheid dit weet én toestaat! De corrupte lobbypraktijken moeten stoppen.”

“Een deel van de fabriek moet sluiten, die is verouderd en is zo lek als een mandje. De 24/7-bromtonen moeten stoppen (d.m.v. onder andere betere isolatie in de afzuiginstallaties). De staalslakken mogen niet meer verkocht worden als restmateriaal en de gifstoffen van de fabriek mogen niet zomaar meer in zee worden gedumpt. En in de lucht. De fijnstof moet hier echt flink omlaag en CO₂ ook. Het enige dat hier nog groeit zijn brandnetels…”

portret industrie man voor de fabriek
Foto: Harm van der Poel

Thijs Laan

“In 2016 hebben we ons huis in Amsterdam-Noord gekocht. De buurt en haar inwoners sprak ons direct aan en we voelden ons al snel thuis. Het huis stamt uit de jaren 30 jaren en was in erg slechte staat. Met goede moed zijn we dan ook vanaf dag één volop aan het verbouwen gegaan. In het begin waren we allebei razend druk met ons werk en de verbouwing. We roken ‘de geur’ wel, maar wijten het aan de haven en iets van tijdelijke aard. Naarmate we ons meer konden settelen kwam de rust, twee kleine meisjes en realiseerden we ons pas hoe vaak en hoe indringend de geur is. Het beneemt je letterlijk de adem. Als de wind ‘verkeerd’ staat zijn er voorbeelden te over. ‘s Nachts wordt mijn vriendin er wakker van en moeten de ramen dicht om ervoor te zorgen dat de slaapkamers niet naar de uitstoot van de fabriek stinkt. Overdag moeten we soms eerst een kilometer lopen met de kinderwagen om uit de stank te komen.

Tweeënhalf jaar geleden zijn we een initiatief gestart omdat we de overlast zat zijn. Met veel moeite hebben we de gemeente en provincie duidelijk kunnen maken hoeveel overlast de fabriek veroorzaakt. Door alle rumoer lijkt de provincie en dus de omgevingsdienst ervan doordrongen dat zij haar burgers al decennia onvoldoende in bescherming neemt. Afgelopen november is er eindelijk, na de laatste vergunning van bijna 23 jaar (!) oud, een nieuwe conceptvergunning gepresenteerd. Over het afgelopen jaar is er nu al een aantal keer een dwangsom opgelegd omdat er veel te veel zoutzuur werd uitgestoten. De norm uit 2003 schrijft 30 mg per kuub voor maar er zijn metingen gedaan waarbij dit 16 maal werd overschreden. Dat verklaart ook bepaalde klachten aan luchtwegen van bewoners hier. Vanaf januari aankomend jaar hopen we dat de stankoverlast en de hoge zoutzuuruitstoot eindelijk worden teruggedrongen. Dan gaat de nieuwe vergunning van kracht met striktere normen. Maar eerst ‘ruiken’ en dan geloven. Het heeft mij verbaasd hoeveel energie je als burger moet steken in het halen van je recht op schone lucht, nota bene een eerste levensbehoefte.”

portret industrie man vrouw voor de fabriek
Foto: Harm van der Poel

Arja en Jeffrey

huisarts Arja: “Mijn patiënten, waaronder ernstige longpatiënten hebben veel last van de verslechterende leefomgeving. In 2023 waren de WHO-normen voor geluid, fijnstof en stikstof al twee keer overschreden. Het roet zit permanent aan de deuren in onze woonwijk. We hebben constant geluidsoverlast door laag overvliegend vliegverkeer en de hogesnelheidslijn en andere “onverklaarbare” bromtonen. Maar onze politiek heeft een verstikkende deal met de provincie gesloten, waarbij in de nieuwe omgevingsvisie is gekozen voor industrie bij onze woonwijk en in de natuur.”

Jeffrey: “We zijn begonnen als klein dorpje maar er komt steeds meer hinder bij. Nu ook de snelweg doorgetrokken is, rijdt er sluipverkeer door de wijk dat zorgt voor extra uitstoot. En nu wordt daar ook nog vervuilende industrie aan toegevoegd? Terwijl ik er zeker van ben dat we al ruimschoots boven de toegestane normen zitten.”

Jeffrey: “Doe eerst een goede meting. En ga geen vervuilende industrie plaatsen op nog geen 25 meter van een woonwijk. Voorkom dit en plaats industrie bijvoorbeeld vlakbij de snelweg waar je toch al geen huizen kan bouwen.”

Huisarts Arja: “Plaats industrie bij industrie en wonen bij wonen is onze oproep. Er zijn door ons goede alternatieven uitgewerkt maar onze gemeenteraadsleden en het College gunnen het geen blik waardig.”

Jeffrey: “De politiek moet stoppen met ongecontroleerd iets ondernemen. Toets na elke verandering of je aannames nog kloppen. Als de N-weg dagelijks vaststaat terwijl dat vroeger niet zo was, dan zorgt dat nu voor extra uitstoot door stilstaand en optrekken verkeer. Meten is weten!”

Huisarts Arja: “Ondanks de inzet van bewoners, gezondheidsorganisaties en artsen worden onze zorgen door de gemeente genegeerd. De eerder gesloten deal tussen gemeente en provincie weegt zwaarder—een afspraak waar bewoners niet bij betrokken waren en die neerkomt op een uitrol van industrie die eerst bij een ander industriegebied moest komen, naar onze woonwijk.

Daarnaast wordt voorafgaand onderzoek door de GGD en Milieudiensten niet serieus genomen door de gemeenteraad en het college. Kunnen deze diensten wel onafhankelijk optreden, als de wethouder gezondheidszorg voorstander van industrie is, maar ook voorzitter van de GGD? Maar het kan wél anders. Kies voor schone lucht, niet alleen op papier. Kies voor kwetsbare bewoners, voor minder uitstoot en fijnstof. Zware industrie past simpelweg niet naast een woonwijk of aan de rand van kwetsbare natuur.”

Jeffrey: “Sinds mijn nieuwe medicijn kan ik eindelijk weer met mijn hond buiten wandelen. Het samen wandelen zal weer voorbij zijn als de luchtvervuiling (nog) erger wordt.”