We verbruiken in Nederland niet alleen water met douchen of het besproeien van de tuin. Volgens het Voedingscentrum is van al het water dat we in Nederland gebruiken, 85 procent nodig voor de productie van eten en drinken. Gemiddeld is dat 3.450 liter regenwater of irrigatiewater per dag. Het water wordt met name gebruikt tijdens het productieproces van eten, bijvoorbeeld om machines en materialen te reinigen of het voedsel te bereiden. Daarnaast is er water nodig om gebruikte meststoffen en bestrijdingsmiddelen te verdunnen, zodat er geen sprake is van te hoge schadelijke concentraties. Het gebruik van kunstmest zorgt voor een nog hoger watergebruik. De bodem kan hierdoor minder water vasthouden, waardoor de grond droger wordt en er eerder gesproeid moet worden.
Voor de productie van dierlijke producten is verreweg het meeste water nodig met 46%, gevolgd door oliegewassen (17%), koffie, thee en cacao (12%), granen en bier (8%), fruit, wijn en noten (5%) en overige voedingsmiddelen (6%). De resterende 6% betreft andere landbouwproducten, zoals katoen en kleding. Kortom voor de productie van voedsel is veel water nodig.