Waterplanten in de sloot
De aanwezigheid van verschillende groepen planten in een sloot zegt iets over de kwaliteit van het water. Als er veel verschillende soorten planten in en om de sloot groeien dan zorgt dat ook weer voor een prettig leefmilieu voor dieren. Schoon water betekent dus meer planten en een betere biodiversiteit rondom een water. Waterplanten kun je opdelen in kroos, drijfbladplanten (zoals witte waterlelie, gele plomp en kikkerbeet) en ondergedoken waterplanten (zoals waterpest en verschillende fonteinkruiden). Ondergedoken waterplanten zijn planten die grotendeels onder water leven.
Kroos op sloot
De aanwezigheid van ondergedoken waterplanten is een aanwijzing dat er voldoende zuurstof in het water aanwezig is en dat er voldoende licht in het water doordringt voor de waterplanten om te groeien. Kroos daarentegen groeit zeer snel bij de aanwezigheid van grote hoeveelheden voedingsstoffen. Als kroos een laag vormt en het water helemaal afsluit, kan er geen zuurstof en licht meer door het water. Het gevolg hiervan is dat vissen en andere waterdieren dood gaan en een sloot kan er ook door gaan stinken.
Zelf aan de slag gaan?
Jaarlijks doen we samen met duizenden burgerwetenschappers in Nederland onderzoek naar de waterkwaliteit van kleine wateren. In het voorjaar van 2024 kun je je weer aanmelden als burgerwetenschapper voor Vang de Watermonsters. De onderzoekresultaten gebruiken wij om bewustzijn te creëren voor waterkwaliteit en om de politiek aan te spreken op meer concrete maatregelen.
Leven in en om de sloot
In, op en rondom een sloot leven ontzettend veel planten vissen, amfibieën, vogels en insecten en de kwaliteit van het water heeft een grote invloed op de mate waarop zij kunnen (over)leven. Helaas neemt de biodiversiteit in zoetwaterecosystemen nog sneller af dan de meeste ecosystemen op het land. Er wordt geschat dat de achteruitgang van zoetwater dier- en plantsoorten tot wel vijf keer sneller gaat dan die van soorten op het land.
Sloot insecten
Insecten die je bij een sloot kan vinden zijn bijvoorbeeld de libelle of schaatsenrijder. Er zijn geen berekeningen beschikbaar over het verlies van insecten in het algemeen, die voor hun levenscyclus afhankelijk zijn van water. Wat we wel weten is dat bijvoorbeeld de libelle de laatste 10 jaar met 22% is achteruit gegaan. Voor de stabiliteit en het succes van een ecosysteem op de lange termijn is het belangrijk dat dat het aantal soorten dat er leeft zo divers mogelijk is.