Klimaattafel Industrie
De ‘industrie’ is verantwoordelijk voor 28 procent van de CO2-uitstoot in Nederland. Driekwart daarvan komt voor rekening van twaalf grote bedrijven. Dat zijn bijvoorbeeld grote chemische fabrieken en raffinaderijen, waar brandstoffen, kunststoffen, staal en bijvoorbeeld kunstmest worden gemaakt. De sectortafel Industrie kreeg de opdracht om de CO2-uitstoot van de industrie met 14,3 megaton te verlagen. In het Klimaatakkoord staat dat de uitstoot van de industrie in 2050 moet zijn teruggebracht tot nul. Dat betekent dat fabrieken moeten worden omgebouwd. In plaats van met fossiele brandstoffen, moeten ze gaan produceren met duurzame elektriciteit. Ook moeten ze gaan werken met duurzaam geproduceerde grondstoffen, zoals groene waterstof. En ze moeten natuurlijk efficiënter omgaan met energie, bijvoorbeeld door hun restwarmte uit productieprocessen nuttig te hergebruiken.
Waar hebben wij ons voor ingezet?
Er stond een aantal zaken voor ons centraal tijdens de onderhandelingen aan deze klimaattafel:
- Er komt een CO2-heffing voor de industrie;
- De vervuiler betaalt, de koploper profiteert van subsidie;
- De voorgestelde maatregelen zijn geen schijnoplossingen, maar leiden tot echte doorbraken naar een groene industrie.
Sterke en zwakke punten van de Industrietafel
In de afspraken staan een aantal goede maatregelen en doelen:
- Er wordt een milde CO2-heffing ingevoerd;
Deze is inmiddels ingevoerd op 1 januari 2021. Wij zetten er nu op in dat aan álle uitstoot een prijskaartje komt te hangen. - Er wordt geld gereserveerd voor de ontwikkeling van waterstof;
- Inkomsten van vervuilers worden gebruikt voor vergroening.
In de afspraken staan ook een aantal zwakke punten. Met name het feit dat CO2-opslag (CSS) wordt gepresenteerd als belangrijke oplossing valt ons tegen. Wij zien CCS als tijdelijke oplossing die écht verduurzaming van de industrie niet mag belemmeren.
Hoe nu verder?
Wij willen dat de Nederlandse industrie een nog grotere stap vooruit zet en aan de slag gaat met daadwerkelijke verduurzaming. Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar uiteindelijk ook voor de industrie zelf. Wij willen goede groene banen waar iedereen trots op kan zijn. De Nederlandse industriesector kan en moet een voortrekkersrol gaan spelen binnen Europa. Wij blijven ons daarom inzetten om te zorgen dat de CO2-heffing nog effectiever wordt en om de overstap naar echte duurzame technieken in de industrie te stimuleren.
Klimaattafel Gebouwde omgeving
Een transformatie van ruim zeven miljoen huizen en één miljoen gebouwen in Nederland: dat is waar de deelnemers van de Klimaattafel Gebouwde Omgeving zich mee bezig hielden. Deze gebouwen zijn verantwoordelijk voor dertien procent van de CO2-uitstoot. Nu worden huizen en gebouwen meestal nog verwarmd door aardgas en zijn vaak matig geïsoleerd. De sectortafel Gebouwde omgeving kreeg de opdracht om de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met 3,4 megaton te verlagen. Met de afspraken in het Klimaatakkoord moeten tussen nu en 2030 snel grote stappen gezet worden naar goede isolatie en duurzame verwarming. In 2030 moeten er 1,5 miljoen woningen ‘van het gas af’ zijn.
Waar hebben wij ons voor ingezet?
Er zijn een aantal zaken die voor ons centraal stonden tijdens de onderhandelingen aan deze klimaattafel.
- Aardgas wordt onaantrekkelijk om mee te verwarmen;
- De transitie van aardgas naar andere warmtebronnen wordt voor elke bewoner mogelijk en betaalbaar;
- Er komt een voldoende ambitieuze isolatienorm.
Sterke en zwakke punten van de Gebouwde Omgeving-tafel
In de afspraken staan een aantal goede maatregelen en doelen:
- 1,5 miljoen woningen worden verduurzaamd in 20330;
- Aardgas wordt duurder, elektriciteit wordt goedkoper;
- Woningcorporaties gaan versneld maatregelen doorvoeren en 100.000 woningen verduurzamen.
In de huidige plannen staan ook een aantal punten waarin we teleurgesteld zijn. Zo hebben gemeenten geen resultaatsverplichting en zijn er geen concrete plannen gemaakt voor het langzaamaan afscheid nemen van de gasgestookte cv-ketel. Ten slotte is toegezegd dat er een isolatienorm komt, maar het blijft onduidelijk wat de isolatienorm precies inhoudt.
Hoe nu verder?
Natuur & Milieu blijft zich inzetten voor minder aardgas en meer duurzame alternatieven. We focussen ons daarbij op meer woningisolatie, het gebruik van duurzame warmtenetten, meer aardwarmte, meer warmtepompen en minder cv-ketels. Naast onze inzet in de politiek, ondersteunen we consumenten met het verduurzamen van hun woning. We hebben sinds het Klimaatakkoord-onderhandelingen flinke stappen gezet op woningisolatie en duurzame warmtenetten. Zo sloten we een warmtepact met warmtebedrijven en heeft onze inzet ertoe geleid dat er een Nationaal Isolatieprogramma komt om zo sneller meer woningen te isoleren en mensen hierbij te helpen.
Klimaattaffel Elektriciteit
Op dit moment komt de stroom die we dagelijks allemaal gebruiken nog voor 86 procent uit vervuilende, fossiele bronnen: kolencentrales en gascentrales. De sectortafel Elektriciteit kreeg de opdracht om de CO2-uitstoot van de opwekking van elektriciteit met 20,2 megaton te verlagen. De goede ambitie van het huidige Klimaatakkoord is dat in 2030 minstens zeventig procent van de elektriciteit in Nederland duurzaam wordt opgewekt. Deze energie wordt opgewekt op zee en ook op land.
Waar hebben wij ons voor ingezet?
Er zijn een aantal zaken die voor ons centraal stonden tijdens de onderhandelingen aan deze klimaattafel.
- De groei van windparken op zee moet samengaan met een verbetering van de ecologie (zogeheten natuurversterking).
- De elektriciteitsproductie in 2030 is niet afhankelijk van biomassa, maar draait voornamelijk op zon en wind.
Sterke en zwakke punten van de Elektriciteitstafel
In de plannen staan een aantal goede maatregelen en doelen:
- Circa 70% van onze energie is in 2030 afkomstig van hernieuwbare bronnen;
- We streven naar 50% lokaal eigenaarschap van hernieuwbare energie.
In de oorspronkelijke plannen staan ook een aantal punten waarin we teleurgesteld zijn. Er zijn niet direct afspraken gemaakt voor natuurversterking in windmolenparken op zee. In het Noordzeeakkoord hebben we daar later afspraken over gemaakt. Daarnaast is er afgesproken dat er een prijs voor CO2 wordt ingevoerd, maar die was en is niet hoog genoeg.
Hoe nu verder?
De afspraken in het Klimaatakkoord en Noordzee-akkoord zijn gemaakt. Wij zetten ons in voor verder onderzoek naar de ruimte voor natuur bij windmolenparken op zee. Ook blijven wij ons inzetten voor een hogere CO2-prijs. Via verschillende projecten zetten wij ons sinds de ondertekening van het Klimaatakkoord in voor meer duurzame elektriciteit en het uitfaseren van fossiele energie, bijvoorbeeld met onze oproep om de kolencentrales al te sluiten in 2020. Ten slotte werken we samen met andere organisaties om meer draagvlak te creëren voor natuurinclusieve, hernieuwbare energie op land, zoals windmolens en zonneparken.
Klimaattafel Mobiliteit
Hoe kunnen we mensen en goederen duurzaam verplaatsen van A naar B? Over dit uitgebreide vraagstuk heeft de klimaattafel Mobiliteit zich gebogen. De mobiliteitssector is samen verantwoordelijk voor achttien procent van de CO2-uitstoot. Om de uitstoot te verminderen lag in het akkoord een grote kans om elektrisch en duurzaam vervoer te stimuleren. In het huidige akkoord komt dat minder terug, maar is wel de deur op een kier gezet voor een kilometerheffing voor personenauto’s. De sectortafel Mobiliteit kreeg in principe de opdracht om de CO2-uitstoot van de mobiliteitssector met 7,3 megaton te verlagen, maar dit doel is er uiteindelijk uitgehaald.
Waar hebben wij ons voor ingezet?
Er zijn een aantal zaken die voor ons centraal stonden tijdens de onderhandelingen aan deze klimaattafel.
- Elektrische personenvervoer wordt gestimuleerd.
- Er wordt voldoende ingezet op de verbetering van het openbaar vervoer en aantrekkelijkheid van de fiets.
- Er wordt enkel ingezet op duurzame geavanceerde biobrandstoffen (gemaakt van duurzame reststromen).
Sterke en zwakke punten van de Mobiliteitstafel
In de huidige plannen stak één maatregel er bovenuit als goed punt: de deur werd opengezet voor een kilometerheffing. De vorm die de heffing moet krijgen, wordt sindsdien onderzocht. De onderhandelingen aan deze klimaattafel hebben ook geleid tot diverse teleurstellingen. Zo is er bijna niets afgesproken om elektrisch rijden te stimuleren en is er in het akkoord te weinig aandacht voor de rol van het openbaar vervoer en de fiets.
Hoe nu verder?
Via de lobby zijn we ons blijven inzetten voor maatregelen om het elektrisch vervoer te stimuleren. Daarnaast zetten we ons in om te investeren in meer gebruik van fiets, het openbaar vervoer en het delen van voertuigen. Ook blijven we werken aan een lang gekoesterde droom: het invoeren van kilometerheffing. Oftewel: een omslag van betalen voor het bezit van een auto naar het betalen voor het gebruik van je auto. In 2021 presenteerden we met onze samenwerkingspartners samen een plan aan de overheid hoe zij deze autobelastingen kan invoeren.
Klimaattafel Landbouw en landgebruik
Land- en tuinbouw zorgden anno 2019 voor veertien procent van de totale uitstoot in Nederland. Ter vergelijking: dat is meer dan alle huizen en gebouwen bij elkaar. Tegelijkertijd kunnen bomen, gewassen en de bodem CO2 opnemen en opslaan. En dus klimaatverandering tegengaan. Het is daarom logisch dat landbouw en landgebruik een prominente plek hebben in het Klimaatakkoord. De sectortafel Landbouw kreeg de opdracht om de methaan- en CO2-uitstoot van de landbouw met 3,5 megaton te verlagen.
Waar hebben wij ons voor ingezet?
Er zijn een aantal zaken die voor ons centraal stonden tijdens de onderhandelingen aan deze klimaattafel:
- Een duurzame kringlooplandbouw;
- Het mestoverschot wordt effectief tegengegaan;
- Een transitie in ons dieet van dierlijke naar meer plantaardige eiwitten.
Sterke en zwakke punten van de Landbouwtafel
In de huidige plannen staan een aantal goede maatregelen:
- De landbouwsector moet fors meer CO2 verminderen;
- Boeren moeten veenweides ‘vernatten’, waardoor het veen minder CO2 gaat uitstoten.;
In de onderhandelingen stuitten we ook op teleurstellingen. In de plannen is weinig aandacht voor de transitie naar plantaardige eiwitten in ons voedingspatroon. Ook zijn de meeste afgesproken maatregelen erg technisch. Er zijn maar weinig maatregelen afgesproken die ervoor gaan zorgen dat de landbouw in kringlopen werkt en ook zorgt voor een gezonde lucht, schoon water en een goede biodiversiteit. De echte duurzame transitie ontbreekt.
Hoe nu verder?
Met de maatregelen voor landbouw hadden we concrete handvatten om mee aan de slag te gaan. In de tussentijd is echter veel aandacht naar een andere grote uitdaging voor de landbouw uitgegaan: de stikstofcrisis. We zetten ons in voor een oplossing voor dit probleem, maar blijven ook onverminderd inzetten in op een landbouwsector met minder dieren en zonder mestoverschotten: de echte omslag naar duurzame kringlooplandbouw. Draagvlak in de landbouwsector is enorm belangrijk om tot goede, aanvullende maatregelen te komen. Het is daarbij noodzakelijk dat we een goed pad uitstippelen, waarbij boeren niet op kosten gejaagd worden. We zetten ons ten slotte ook nog steeds in voor meer plantaardige eiwitten in ons dieet en lekker en duurzaam eten.