Een van de grootste voordelen van biologisch eten is dus dat er geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt bij de teelt. Er wordt gebruik gemaakt van dierlijke mest, wat veel gezonder is voor de bodem. Het gebruik van kunstmest zorgt er voor dat de bodem uitgeput raakt. Hierdoor groeit er minder op de grond, is het gebied minder aantrekkelijk voor dieren en slaat de bodem minder CO2 op. Deze gebieden zijn dan ook kwetsbaarder voor de extreme weersomstandigheden zoals droogte of hevige regen.
Strikte regels bestrijdingsmiddelen
Een ander belangrijk voordeel is dat er met biologische teelt strikte regels zijn voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen. De focus ligt vooral op het voorkomen van plagen en ziektes, waardoor er geen middelen gebruikt hoeven te worden. Denk aan preventieve maatregelen zoals een gezonde bodemkwaliteit en meer biodiversiteit op het land. Het inzetten van bestrijdingsmiddelen wordt alleen als laatste redmiddel toegelaten én er mogen alleen biologische middelen gebruikt worden. Dit betekent ook dat er minder giftige stoffen op het voedsel achterblijven, waardoor je minder wordt blootgesteld aan potentieel schadelijk stoffen.
Daarnaast is biologische landbouw extensiever dan gangbare landbouw. Dit betekent dat er minder vee per hectare loopt en er meer ruimte is voor natuur. Extensieve landbouw kan dan wel minder opbrengst per hectare opleveren, maar het land is beter in balans met de omgeving en er zijn minder importproducten nodig.
Minder meststoffen
Biologische boeren werken grondgebonden. Dat betekent dat alle mest op landbouwgrond kan worden gebruikt en er geen mestoverschot is. Dieraantallen worden hierop afgestemd. In mest zitten de stoffen fosfaat, ammoniak en nitraat. Door de regen en de wind kunnen deze stoffen de bodem en het (grond)water vervuilen. Met kunstmest is dit effect nóg groter. Sommige (water)planten gaan door een overschot aan mest veel harder groeien en overwoekeren andere planten, waardoor verschillende soorten planten, vissen en insecten verdwijnen. Minder mest betekent dus een schonere leefomgeving!