Home      Onderwerpen      Biodiversiteit      Alles over biodiversiteit      Biodiversiteit in de stad
Artikel

Biodiversiteit in de stad

Veel mensen denken bij biodiversiteit vooral aan bossen, heidevelden of weilanden. Toch leeft de natuur ook midden in de stad. Tussen baksteen, asfalt en glas bevindt zich een wereld van planten, vogels, bijen, vleermuizen en bodemdiertjes die zich verrassend goed kunnen aanpassen. Stedelijk groen heeft daarnaast een belangrijke ecologische functie. Het verkoelt onze wijken, vangt regenwater op en biedt leefgebied voor talloze soorten.
Paardenbloemen in de stad

Natuur & Milieu ziet stedelijke biodiversiteit als onmisbaar voor gezonde en toekomstbestendige steden. Om mensen fijn te laten wonen en om de natuur meer ruimte te geven, moeten groen en biodiversiteit structureel worden meegenomen bij het ontwerp van wijken, straten en gebouwen. Hoe werkt stadsnatuur? Waarom is het zo belangrijk en wat kunnen we doen om de biodiversiteit in de stad te versterken?

Wat is stedelijke biodiversiteit?

Stedelijke biodiversiteit is de verzameling planten, dieren en micro-organismen die leven in en rond bebouwd gebied. Het gaat om soorten die je misschien niet direct verwacht. In geveltuinen groeien wilde planten. Op groene daken vind je mossen, vlinders en kevers. In parken nestelen merels, koolmezen en spechten. Tussen stoeptegels komen kruiden op. In donkere hoekjes wonen vleermuizen. En zelfs kleine vijvers of wadi’s trekken libellen, kikkers en waterinsecten aan. Deze variatie ontstaat doordat de stad uit veel soorten leefgebieden bestaat. Soms droog, soms schaduwrijk, soms nat. Die mix maakt stadsnatuur verrassend rijk.

Waarom is biodiversiteit in de stad belangrijk?

Groen in de stad vervult meerdere ecologische functies. Een belangrijke rol is bestuiving. Bijen en vlinders zijn actief in parken, binnentuinen en balkons. Zij bestuiven bloemen en houden voedselketens op gang.

Groen verkoelt op warme dagen. Planten verdampen water en zorgen dat straten, pleinen en gebouwen minder snel opwarmen. Dat maakt de stad leefbaarder tijdens hete zomers. Bomen, struiken en waterpartijen vangen regenwater op. Bij hevige buien stroomt het water daardoor minder snel het riool in. Dit vermindert wateroverlast. Groen maakt de stad tot leefgebied. Egels gebruiken tuinen en parken om te schuilen. Vogels vinden voedsel in struiken en inheemse planten. Insecten gebruiken bloeiende planten als voedselbron.

Daarnaast heeft stadsnatuur voordelen voor mensen. Groene wijken zijn rustiger en gezonder. Bewoners hebben minder stress, slapen beter en voelen zich meer verbonden met hun omgeving. Daarmee is biodiversiteit in de stad net zo belangrijk voor mensen als voor dieren en planten.

Mensen in het park

Welke factoren beïnvloeden biodiversiteit in de stad?

De stad kan rijk zijn aan natuur, maar kent ook uitdagingen. Veel tuinen en straten zijn nog grotendeels versteend. Hierdoor is er minder ruimte voor planten en dieren. Intensief maaibeheer zorgt ervoor dat bloemen weinig kans krijgen om te bloeien. Kunstlicht maakt het voor vleermuizen en nachtvlinders lastiger om voedsel te vinden.

Ook versnippering, zoals drukke wegen of brede waterlopen zonder natuurlijke oevers, maakt het voor dieren moeilijker om zich te verplaatsen. Juist daarom is elke vierkante meter groen waardevol. Kleine ingrepen kunnen samen een groot verschil maken.

Voorbeelden van stadsnatuur

Wie goed kijkt, ziet dat de stad vol natuur zit. Bloemrijke bermen langs wegen zijn belangrijk voor bijen en vlinders. Groene daken bieden leefgebied voor insecten en zorgen tegelijkertijd voor verkoeling. Een heel mooi voorbeeld is de beplanting op de bushokjes in Utrecht. Geveltuintjes laten zien hoe een smalle strook aarde al voldoende kan zijn om planten en dieren een plek te geven.

Stadsparken vormen groene oases waar vogels, vleermuizen en insecten samenkomen. Wadi’s en natuurlijke vijvers zijn plekken waar regenwater wordt opgevangen en waar waterplanten, libellen en vogels profiteren van het vochtige leefgebied.

groen op een bushokje

Wat kun je als bewoner doen?

Iedereen kan bijdragen aan meer biodiversiteit in de stad. Een geveltuin helpt insecten en houdt de straat koeler. Een balkon met inheemse planten trekt bijen en vlinders. Tegels vervangen door groen geeft regenwater de ruimte.

Een tuin die je minder vaak maait biedt bloemen en zaden aan insecten en vogels. Water in een schaal of kleine vijver maakt een tuin aantrekkelijk voor libellen en vogels. Door geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken bescherm je het bodemleven en de bestuivers.

Lees meer over biodiversiteit in de tuin of ga aan de slag met onze tuingids.

Wat kunnen ontwerpers en gemeenten doen?

Stedelijke biodiversiteit groeit niet vanzelf. Gemeenten en ontwerpers spelen een belangrijke rol bij het integreren van natuur in de openbare ruimte. Groene infrastructuur is daarbij essentieel. Denk aan bloemrijke bermen en wadi’s die water opvangen en leefgebied bieden aan planten en dieren. Ecologisch beheer zorgt ervoor dat parken en plantsoenen in de juiste periodes worden gemaaid en dat er variatie blijft in beplanting. Ook het inbouwen van nestelplekken voor vogels en vleermuizen in nieuwe gebouwen maakt een groot verschil. Waterberging kan zo worden ingericht dat deze plekken ook functioneren als natuurgebied, bijvoorbeeld door natuurlijke oevers of waterplanten.

In 2024 verscheen de handreiking ‘Groen in en om de Stad’. Deze handreiking helpt gemeenten om groen structureel en gelijkwaardig mee te nemen in ontwerp en planvorming. Het maakt duidelijk hoe biodiversiteit vanaf het begin onderdeel kan zijn van woningbouwprojecten, infrastructuur en herinrichting van de openbare ruimte.