Minister negeert mogelijkheden voor kleinere luchtvaart

Natuur & Milieu, Greenpeace Nederland en de Natuur & Milieufederatie Noord-Holland zijn teleurgesteld in deze reactie. ‘Minister Madlener lijkt vooral woordvoerder van de luchtvaartsector te zijn, in plaats van bewaker van een leefbare toekomst. Zijn reactie op het ESB-onderzoek laat zien hoe hardnekkig het kabinet vasthoudt aan groeidenken, terwijl de klimaatcrisis, natuurcrisis en de gezondheid van omwonenden schreeuwen om echte verandering’, aldus de organisaties.

‘De wetenschap is duidelijk: Schiphol kan en moet fors krimpen. Minder vluchten betekent minder vervuiling, minder overlast en een gezondere planeet. Het idee dat krimp onze economie zou schaden is een mythe die vooral de luchtvaartsector zelf verspreidt. Het echte rampscenario is doorgaan op de huidige weg. Het kabinet moet  stoppen met het verdedigen van de luchtvaartlobby en kiezen voor échte klimaatmaatregelen en een leefbare omgeving voor iedereen’, schrijven de organisaties.

Natuur & Milieu voegt daar aan toe: ‘Als de minister zo zeker is van de economische schade, doet hij er goed aan om een maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te voeren. Dat brengt de kosten en de schade voor de samenleving volledig in beeld. Luchtvaartdeskundigen hebben dit de minister recent ook geadviseerd en in de Kamer is gevraagd dit advies op te volgen. Tot nu toe heeft de minister dit verzoek helaas domweg naast zich neergelegd.’

Eerder onderzoek liet vorig jaar ook al zien dat een kleinere luchtvaart niet schadelijk is voor de Nederlandse economie, zoals het mantra vaak luidt. Paul Peeters van Breda University of Applied Sciences en Eric Pels van de VU Amsterdam concludeerden in dat onderzoek in opdracht van Natuur & Milieu dat Nederland tot één op de drie vluchten kan schrappen zonder directe kosten voor de Nederlandse economie. De overheid heeft een vertekend beeld van het belang van het huidige luchtvaartnetwerk voor de welvaart van Nederland. Daardoor wordt beleid opgesteld dat niet gericht is op een luchtvaart met een zo groot mogelijke waarde voor de Nederlandse economie, maar op het in stand houden van een zo groot mogelijk vliegvolume en het groeimodel van de luchtvaart.