Ga terugHome      Nieuws      Rijk moet gemeenten beter ondersteunen in het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen
Nieuwsbericht

Rijk moet gemeenten beter ondersteunen in het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen

Portretfoto Dieuwertje Penders
Dieuwertje Penders
In de warmtevisies zetten gemeenten uiteen hoe het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen er tot 2030 uitziet in de gemeente. Uit onze analyse blijkt dat deze visies weinig concreet zijn en niet voldoende optellen om de nationale plannen voor aardgasvrije gebouwen te behalen. ‘Het is voor inwoners, bedrijven, netbeheerders en energieleveranciers belangrijk dat zij van de gemeente meer duidelijkheid krijgen over wat zij de komende jaren kunnen verwachten. Dan is overleg en inspraak ook veel beter mogelijk’, aldus Atse van Pelt, expert duurzame warmte bij Natuur & Milieu. Er ligt een belangrijke rol voor de rijksoverheid om gemeenten daarbij te ondersteunen. 

We onderzochten de warmtevisies van veertig gemeenten uit twaalf provincies, van klein tot groot, waaronder de G4-gemeenten. Met het onderzoek willen we ervoor zorgen dat het voor gemeenten makkelijker wordt om effectieve warmteprogramma’s op te stellen. Gemeenten hebben de ‘transitievisies warmte’ eind 2021 gepubliceerd en moeten per 2026 een zogenaamd warmteprogramma uitbrengen. In de warmtevisie staat bijvoorbeeld voor welke warmtechnieken de gemeente kiest, waar aansluiting op een warmtenet plaatsvindt en wat de voornaamste energiebronnen worden. Het warmteprogramma is de juridische opvolger van de warmtevisie en legt de concrete plannen vast.

Aardgasvrij

Atse van Pelt, expert duurzame warmte, over aardgasvrij wonen: ‘Omwille van het klimaat gaan we in Nederland van het aardgas af. En ook voor ons land is het belangrijk dat onze energievoorziening niet afhankelijk is van geopolitieke spanningen en de daaruit volgende hoge gasprijzen. Wie vast blijft zitten aan aardgas, krijgt uiteindelijk met een fors hogere energierekening te maken. Daarom is het zo belangrijk dat er goede concrete plannen komen hoe we dit voor heel Nederland gaan realiseren.’

Resultaten

Uit onze analyse blijkt dat de warmtevisies tot dusver ontoereikend en niet ambitieus genoeg zijn om de nationale afspraken voor de warmtetransitie waar te maken. In het Klimaatakkoord is opgenomen dat in 2050 alle gebouwen aardgasvrij moeten zijn, en in 2030 49% CO2 reductie moet zijn gerealiseerd. Uit het onderzoek naar de visies blijkt dat de plannen nog vaak een voorbereidende of onderzoekende status hebben (66% van de onderzochte plannen). Daarnaast vallen zij vaak terug op verwarmingstechnieken die afhankelijk zijn van een onzeker aanbod van hernieuwbaar gas. Het goede nieuws is dat gemeenten veel aandacht besteden aan isolatie, al kunnen ook die plannen concreter.

Verschillen tussen gemeenten

Uit de analyse blijkt dat kleine en middelgrote gemeente zich in een uitdagende positie bevinden. De plannen van deze gemeenten scoren het laagst. Deze gemeenten kampen vaak met een gebrek aan capaciteit, ontvangen onvoldoende structurele steun van het Rijk en kunnen nauwelijks expertise opbouwen. De grootste gemeenten hebben de meest concreet uitgewerkte plannen en komen ook het meest in de richting van de nationale doelen ten aanzien van de warmtetransitie.

Forse verbeterslag mogelijk

Met het onderzoek geven we een beeld van waar de gemeenten nu staan met hun plannen en de problemen die gemeenten ervaren bij het opstellen van het beleid. Het onderzoek resulteerde ook in een concrete lijst met aanbevelingen voor de warmteprogramma’s die vanaf dit jaar ontwikkeld worden. ‘We zien dat er een forse verbeteringsslag mogelijk is voor de warmteprogramma’s en dat de landelijke overheid daarvoor nodig is. We roepen het Rijk om de handschoen nu op te pakken en de gemeenten beter te ondersteunen’, aldus Van Pelt.

Aanbevelingen

Uit het onderzoek blijkt dat veel van de belemmeringen die gemeenten ervaren door het Rijk kunnen worden opgelost. Het gaat dan onder andere om duidelijker doelen. Een duidelijkere doelstelling voor 2030 is belangrijk, maar daarnaast ook doelen voor 2035 en provinciale doelen. Hierdoor kan het Rijk de vooruitgang in de nationale warmtetransitie beter monitoren, en kunnen gemeenten makkelijker samenwerken met elkaar en met de provincie. Het Rijk zou daarnaast voldoende structurele financiering beschikbaar moeten stellen om gemeenten te helpen bij het opstellen van de plannen. Tenslotte zijn gemeenten geholpen met concrete richtlijnen voor de warmteprogramma’s en meer data over het woningbestand.

Persvoorlichters

Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.

dieuwertje penders
Dieuwertje Penders Persvoorlichter
wietske de lange
Wietske de Lange Persvoorlichter