Negen financiële instellingen, Stichting De Noordzee en Natuur & Milieu roepen het kabinet in een open brief op om natuurversterkend en -beschermend bouwen via tenders de minimale standaard te maken voor álle toekomstige windparken op de Noordzee. Dit garandeert dat de volledige offshore windsector kennis en kunde ontwikkelt die nodig is voor een gezonde Noordzeenatuur. In hun brief stellen de partijen dat er op deze manier een gelijk speelveld ontstaat voor alle financiers, investeerders en ontwikkelaars die windparken op zee willen realiseren.
Het kabinet wil meer windparken op zee bouwen, zo maakte minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie in september bekend. Het opschalen van duurzame energie in Nederland is ook volgens de ondertekenaars van de brief noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan. Tegelijkertijd is het cruciaal dat de natuur in en boven de Noordzee zo goed mogelijk wordt beschermd. Hierin hebben, naast de industrie en de overheid, ook financiers van windparken op zee een belangrijke rol te vervullen.
Natuureisen
De Nederlandse overheid stelt binnen windtenders al steeds hogere natuureisen. Daarbij vindt momenteel standaard een bovenwettelijke toepassing plaats van de (op dat moment) best beschikbare technieken, waarbij méér aandacht aan natuur- en milieu impact moet worden besteed dan wettelijk verplicht. Dit is afgesproken in het Noordzeeakkoord.
Voorbeelden daarvan zijn stillere heimethoden om zeezoogdieren te beschermen of de aanleg van oesterriffen in de windparken. Deze relatief geringe extra investering in een windpark levert een grote bijdrage aan het ecosysteem. Echter, het staat nog niet vast dat álle toekomstige windparken aan dit soort natuureisen moeten voldoen: natuurversterkend en -beschermend bouwen is niet verankerd in wetgeving.
Het risico is daardoor aanwezig dat windparken in de toekomst worden gebouwd op basis van een zo hoog mogelijke financiële opbrengst – ten koste van de natuur. De gevolgen hiervan voor de energietransitie kunnen groot zijn. Wanneer de beleidsdoelen voor natuurherstel in de Noordzee niet gehaald worden, kan de uitrol van wind op zee door gerechtelijke procedures op basis van bestaande natuurwetgeving worden vertraagd of zelfs stopgezet, waardoor investeringen in windparken ook risico lopen.
Commitment windindustrie
Een groot deel van de Nederlandse windindustrie heeft zich publiekelijk gecommitteerd om tegen 2030 een natuurinclusieve sector te zijn: meer ecologische kennis en innovatie moeten verder natuurverlies voorkomen en zorgen voor versterking van het zeeleven in en boven de Noordzee. De vrijwillige commitment van de sector is toe te juichen, maar voor de natuur is het noodzakelijk dat iédereen binnen de windsector een gelijke bijdrage levert.
Oproep: minimale standaard voor alle toekomstige windparken op zee
Daarom roepen ABN AMRO Bank N.V., ABP, ASN Bank, a.s.r., ING, MN, PME pensioenfonds, Pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT), Coöperatieve Rabobank U.A. en Van Lanschot Kempen – samen met Stichting De Noordzee en Natuur & Milieu – het kabinet op om natuurversterkend en -beschermend bouwen via tenders de minimale standaard te maken voor álle toekomstige windparken op de Noordzee. Dit garandeert dat de volledige offshore windsector de kennis en kunde ontwikkelt die nodig is voor een gezonde Noordzeenatuur én ontstaat er een gelijk speelveld voor alle investeerders en ontwikkelaars die windparken op zee willen realiseren.
Opgave
De biodiversiteit staat wereldwijd onder forse druk. Ook voor de Noordzeenatuur ligt er een flinke opgave. Het is slecht gesteld met het grootste natuurgebied van Nederland door menselijke activiteiten zoals visserij, scheepvaart en zandwinning. Het gevolg is dat het ecosysteem is verarmd en verzwakt. De komende decennia wordt het nog drukker op de Noordzee, waardoor de natuur nog verder onder druk komt te staan. Daarom is het essentieel dat de natuur wordt beschermd en de ruimte krijgt om te herstellen.
Persvoorlichters
Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.