De luchtvaart heeft een uitzonderingspositie als het gaat om het betalen van belasting. Sinds 1946 is vliegen vrijgesteld van btw op tickets en accijns op kerosine. Vliegen zou belangrijk zijn voor het bewaren van de vrede in de wereld en moest daarom groeien. Deze uitzonderingspositie in combinatie met efficiëntere vliegtuigen, goedkope brandstof en moordende onderlinge concurrentie heeft vliegen heel goedkoop gemaakt en daarmee bereikbaar voor de massa. Met een explosieve groei sinds 1990 tot gevolg van het aantal vluchten, en van de impact die het heeft op klimaat en leefomgeving. Schonere alternatieven als bus, trein of boot kunnen nauwelijks concurreren omdat op deze vormen van vervoer wel gewoon 9% btw geheven wordt. Deze vorm van het subsidiëren van de luchtvaart kan niet meer. Daarom pleiten wij voor een eerlijke vliegbelasting gebaseerd op het principe van ‘de vervuiler betaalt’.
Een ‘vlakke’ vliegtaks
Pas sinds 1 januari 2021 heeft Nederland een vliegbelasting. Per 1 januari 2023 is deze verhoogd naar een tarief van € 26,43 voor iedere vertrekkende passagier vanuit Nederland. Vracht, op Schiphol overstappende passagiers en zelfs privéjets zijn uitgezonderd van belasting. Deze vlakke belasting, waarbij het niet uitmaakt waar je heenvliegt, maakt het vliegen naar verre bestemmingen juist relatief goedkoper! Ruim 30% van alle passagiers op Schiphol stapt alleen over. Zij worden met zeer lage vliegprijzen overgehaald om via Schiphol te vliegen. Zo worden de langeafstandsvluchten naar exotische bestemmingen tot wel 90% opgevuld met de goedkoopste toeristen. Deze vorm van belasting stimuleert daarmee juist langeafstandsvluchten en het overstappen van grote hoeveelheden passagiers op Schiphol.
Naar een effectieve vliegtaks
De verhoging van de vliegbelasting per 1 januari 2023 is een goede stap, maar het is niet genoeg om mensen te stimuleren om minder te vliegen en vaker voor duurzamere reismanieren te laten kiezen. De belasting moet gedifferentieerd worden naar afstand en klasse. Een eerlijke belasting is bovendien progressief op basis van het aantal vliegreizen dat een persoon maakt: des te meer je vliegt, des te hoger het belastingtarief wordt. Cruciaal is dat óók transferpassagiers, privéjets en vracht worden belast.
Einde aan de uitzonderingspositie
Er moet een einde komen aan de uitzonderingspositie van de luchtvaartsector. De kosten van de vervuiling en overlast die vliegen veroorzaakt moet in de vliegprijs tot uiting komen. Als alle milieuschade en belastingen namelijk wel worden doorberekend, zou de prijs van een vliegticket gemiddeld 63% hoger liggen dan de huidige prijs.
Volgens de luchtvaartsector zou een vliegtaks (milieubelasting) passagiers naar buurlanden verjagen en daardoor vooral tot verplaatsing van emissies zorgen en niet tot verlaging. Bovendien zou dat ongunstig zijn voor onze economie. Dat klopt niet, want verschillende buurlanden hebben al een gedifferentieerde en hogere vliegtaks. In Duitsland betalen passagiers vanaf 1 april 2020 een vliegtaks van bijna € 59,- per ticket voor lange afstanden en bijna € 13,- voor korte afstanden.