Uit steeds meer onderzoeken is gebleken dat chemische bestrijdingsmiddelen een grote rol spelen bij de achteruitgang van soorten insecten en gevolgen hebben op onze gezondheid. Niet elk middel is even schadelijk, maar dit wordt in Nederland nog niet goed bijgehouden. In Denemarken houden ze wel goed in de gaten of voedsel, zoals groente, fruit of aardappelen, bespoten is en zo ja, of dat met veel of weinig schadelijk, chemisch bestrijdingsmiddel is geweest. Die informatie helpt de overheid om goede beleidsmaatregelen in te voeren om het gebruik van schadelijke middelen aan banden te leggen, zoals een belasting op bestrijdingsmiddelen.
Slimme belasting op bestrijdingsmiddelen dringt gebruik terug
Chemische middelen die heel giftig zijn voor de mens en natuur zijn in Denemarken duurder gemaakt door belasting op die bestrijdingsmiddelen te heffen. Daardoor zijn de meest schadelijke middelen voor telers veel minder interessant om te gebruiken. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat telers steeds minder van de schadelijkste middelen gebruiken. Er wordt bijna de helft minder verkocht van die middelen. Dat is goed nieuws!
Subsidie voor verantwoorde boeren
De ‘bestrijdingsmiddelenbelasting’ in Denemarken verdwijnt niet zomaar op de rekening van de overheid. Dit geld komt in een speciale subsidiepot waarmee de belasting op de grond van de boeren wordt verlaagd. Een boer in Denemarken kan er financieel op vooruitgaan, als deze flink bezuinigt op de meest giftige (en daardoor duurste) bestrijdingsmiddelen, en tegelijkertijd minder belasting betaalt voor de hoeveelheid land die het boerenbedrijf bezit. De belasting op bestrijdingsmiddelen ondersteunt daardoor de boeren die op veel land, zo min mogelijk schadelijke middelen gebruiken. Voor hen is deze subsidiepot dus zeer voordelig.
Hoeveel bestrijdingsmiddelen spuit de boer?
In Denemarken zijn telers ook verplicht om nauwkeurig bij te houden hoeveel chemische bestrijdingsmiddelen ze op hun producten gebruiken. In Nederland geldt deze plicht ook, maar mogen boeren dat zelf op papier doen. De overheid heeft hierdoor amper inzicht in het bestrijdingsmiddelengebruik en de verkoopcijfers. In Denemarken heeft de overheid daarentegen veel beter zicht op het gebruik en de verkoopcijfers, doordat boeren hun cijfers moeten invoeren in een online database. Uitschieters vallen zo direct op.
Minder bestrijdingsmiddelen, maar niet minder oogst
Nu denk je wellicht: als de boeren minder chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, mislukt de oogst dan niet vaker door plagen en schimmels? De ervaring uit Denemarken leert dat de oogst niet te leiden heeft onder deze ‘vriendelijkere’ aanpak met minder chemische bestrijdingsmiddelen. Opnieuw een reden voor Nederland om met dit gedachtegoed aan de slag te gaan.
Biologische voeding als de norm
Denemarken heeft wereldwijd de grootste markt voor biologisch voedsel. Ook is het keurmerk voor biologisch eten bekend bij heel de bevolking, waardoor het voor consumenten altijd herkenbaar is welk product onbespoten is of niet. Deze producten zijn ook actief onder de aandacht gebracht in supermarkten, mede dankzij hulp van de overheid. Supermarkten leggen ze prominent in de schappen en hebben door de jaren heen gecommuniceerd waarom de overstap naar biologisch eten gezond en belangrijk is.
Wat doet Natuur & Milieu?
Dit zijn allemaal maatregelen die onze overheid ook zou kunnen nemen. Vanuit Natuur & Milieu werken we actief aan beter overheidsbeleid om duurzame landbouw en daarmee ook biologische landbouw aantrekkelijker te maken. Wij zijn betrokken bij het overheidsprogramma voor gewasbescherming, zoals bestrijdingsmiddelen ook wel worden genoemd. En wij zetten ons in voor de online registratie van bestrijdingsmiddelen, het bepalen van de milieu-impact en een halvering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in 2030. Een belangrijk instrument dat we hiervoor bepleiten is de milieuschade verrekenen in de prijs van producten. Dat is beter voor mens, milieu en natuur, en met het juiste overheidsbeleid is de overstap ook aantrekkelijk voor boeren.