Wilde watermeloen
Op dit schilderij uit de 17de eeuw van Giovanni Stanchi is een watermeloen te zien die opvallend afwijkt van de moderne watermeloen. Zoals in het schilderij te zien is, dat tussen 1645 en 1672 is gemaakt, heeft de wilde watermeloen sierlijke krullen van binnen.
Moderne watermeloen
Na verloop van tijd heeft de mens de watermeloen zo gekweekt dat hij rood en vlezig werd van binnen. Er zijn nu zelfs pitloze watermeloenen! Sommige mensen denken dat de watermeloen van Stanchi’s schilderij onrijp of uitgedroogd was, maar in feite is dit gewoon een onbewerkte rijpe watermeloen.
Wilde banaan
De eerste bananen werden minimaal 7.000, mogelijk 10.000 jaren geleden al geteeld in wat nu Papoea Nieuw Guinea is. Ook groeiden ze in Zuid-Oost Azië. Moderne bananen zijn voortgekomen uit twee soorten wilde bananen, de Musa acuminata en de Musa balbisiana. De Musa Balbisiana had, zoals te zien op de foto, grote harde pitten.
Moderne banaan
De banaan zoals wij hem nu kennis is met zijn handige, grijpbare vorm en makkelijk te pellen schil heel anders dan de wilde banaan. In vergelijking met zijn voorvader, heeft de moderne banaan veel kleinere zaden, smaakt hij beter én zit hij vol met voedingsstoffen. Helaas zijn de meeste bananen die bij ons in de supermarkt liggen klonen van dezelfde bananensoort (zonder zaden kon de bananenplant zich immers niet normaal voortplanten) en wordt deze soort bedreigd door schimmelziekten. De genen van de wilde banaan komen goed van pas bij het wetenschappelijk onderzoek naar een manier om dit geliefde fruit te redden van de ondergang.
Wilde aubergine
Aubergines waren er in veel vormen en kleuren zoals, wit, azuurblauw, paars en geel. De eerste aubergines groeiden vermoedelijk in China en waren klein, rond en wit/groen van kleur. Die oorspronkelijke vorm en kleur, maakt de Engelse naam ‘eggplant’ ook een stuk passender. De aubergine van vroeger had stekels op de plek waar de bloemen aan de steel vast zit.
Moderne aubergine
Door het selectief telen van aubergines zijn de stekels verdwenen en kennen we nu de grotere, paarse groente die je in de supermarkt vindt.
Wilde wortel
De eerst bekende wortels groeide in de tiende eeuw in Perzië en Klein-Azië. Deze waren waarschijnlijk paars of wit en zagen eruit als dunne takken, zoals te zien op bovenstaande foto. Later zijn zij hun paarse pigment verloren en geel geworden.
Moderne wortel
Boeren hebben de oude, dunne, sterksmakende wortel zo bewerkt dat ze nu groter en oranje zijn. Zo zien ze er een stuk lekkerder uit, toch? Toch is er ook steeds meer vraag naar ‘afwijkende’ kleuren, waardoor we steeds vaker gekleurde wortels in paars, wit en geel weer terugzien!
Wilde maïs
Misschien wel het meest iconische voorbeeld van selectief telen is de Noord-Amerikaanse maïs, die vroeger nauwelijks eetbaar was. Natuurlijke maïs, zoals hierboven afgebeeld, werd voor het eerst bewerkt in 7.000 voor Christus en was droog als een rauwe aardappel.
Moderne Maïs
Vandaag de dag is een maïskolf duizend keer groter dan negenduizend jaar geleden, en veel makkelijker te schillen en te laten groeien. Ook zit er tegenwoordig meer suiker in, namelijk ongeveer 6,6%. Vroeger was dat ongeveer 1,9%. Ongeveer de helft van deze veranderingen zijn opgetreden sinds de 15e eeuw, toen de Europese kolonisten startten met de teelt van het gewas.
Wilde perzik
Perziken waren vroeger klein, kers-achtig en hadden weinig vlees. Ze werden voor het eerst verbouwd rond 4.000 voor Christus door de oude Chinezen en smaakten aards en licht zout, “als linzen”, aldus Kennedy.
Moderne perzik
Na duizenden jaren van selectief telen is de perzik nu 64 keer groter, 27% sappiger en 4% zoeter.
Bronnen
Bronnen afbeeldingen:
Wilde watermeloen
Moderne watermeloen
Wilde banaan
Moderne banaan
Wilde aubergine
Moderne aubergine
Wilde wortel
Moderne wortel
Wilde maïs
Moderne maïs
Wilde perzik
Moderne perzik
Bronnen tekst: Sciencealert.com, NEMO en ThoughtCo
Persvoorlichters
Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.