Terug naar overzicht

Betalen per kilometer: gaan we rekeningrijden in 2030?

Rekeningrijden: bij veel mensen gaan van het woord alleen al hun haren rechtovereind staan. Een gevoelig onderwerp dus, maar tegelijkertijd een maatregel die veel impact kan hebben voor de omslag naar toekomstbestendig vervoer. Bij Natuur & Milieu maken wij ons er daarom hard voor dat deze maatregel er komt.

Portretfoto Nienke Onnen
Nienke Onnen
 • 
Artikel
Auto's in de fille met uitlaatgassen in de lucht

Vanaf 2030 moet rekeningrijden of ‘Betalen naar Gebruik’ de huidige stimuleringsmaatregelen vervangen. Dat is een hele stap. Voor de industrie komt er een milde CO2-heffing, voor vrachtverkeer komt er een vrachtwagenheffing. Maar waarom zijn we dan zo terughoudend met kilometerheffing voor personenauto’s? We leggen je graag meer uit over het ‘r-woord’.

Wat is rekeningrijden?

Als we in Nederland gaan rekeningrijden, dan betekent dat een omslag van ons belastingsysteem voor mobiliteit. Dat klinkt ingewikkeld, maar het werkt als volgt: nu heffen we vooral belasting op de aanschaf en het bezit van een auto (BPM en wegenbelasting). Voor het gebruik betaal je enkel via accijns op brandstof. Bij rekeningrijden wordt dat anders. Daarbij wordt het gebruik belast: hoe meer kilometers je maakt met de auto, hoe meer je betaalt. Eigenlijk is het heel vergelijkbaar met treinreizen: een retourtje Utrecht-Gouda is goedkoper dan een retourtje Utrecht-Maastricht. De aanschafbelasting (Bpm) en accijnzen op brandstof blijven ongewijzigd.

Waarom is rekeningrijden zo’n gevoelig onderwerp?

Het eerste gevoel dat bij autobezitters opkomt, is: ‘We gaan meer betalen’, en daar wordt niemand echt blij van. Toch hoeft dit helemaal niet zo te zijn. Bij de juiste vorm, gaan we niet méér, maar simpelweg anders betalen. Ook vinden veel mensen het idee van rekeningrijden oneerlijk, omdat ze meer moeten betalen als ze veel autorijden. In vergelijking met het huidige systeem is dat eigenlijk niet eens oneerlijker. Nu betalen mensen die hun auto helemaal niet gebruiken immers ook wegenbelasting.

Daarnaast is rekeningrijden vooral een gevoelig onderwerp in de politiek. Neelie Kroes (VVD) was in de jaren 80 de eerste minister die dit woord in de mond durfde te nemen. In de jaren erna is het onderwerp nog vaak ter sprake gekomen, maar discussies werden vaak snel weer de kop ingedrukt. Door een ander belastingsysteem , veranderen immers de inkomsten van de overheid. Hoe betalen we straks het onderhoud aan de wegen zonder wegenbelasting? En wat als auto’s straks qua bezit heel goedkoop worden? Of niemand meer fossiele brandstoffen tankt en dus geen accijns betaalt? Dat leidt tot zorgen.

Waarom vinden wij rekeningrijden een goed idee?

Het plan van het nieuwe kabinet stemt ons positief. We moeten immers toe naar toekomstbestending vervoer, want de huidige situatie is niet houdbaar. Niet voor de wegen (die slibben dicht, aldus de ANWB), niet voor het klimaat en niet voor onze gezondheid. Er is nu veel luchtvervuiling door de uitstoot van broeikasgassen en fijnstof, dat heeft invloed op onze natuur, de opwarming van de aarde en de volksgezondheid. Ons doel is daarom: minder (vervuilende) auto’s op de weg. Het is daarom bij personenauto’s net zoals bij de industrie: we moeten toe naar een systeem waarbij de vervuiler betaalt. Rekeningrijden biedt daarbij een uitkomst.

Hoeveel kost rekeningrijden?

Het ministerie van Financiën heeft de effecten van verschillende varianten van ‘betalen naar gebruik’ laten doorrekenen. Totdat de overheid een beslissing heeft gemaakt, blijft het nog onduidelijk hoeveel rekeningrijden precies gaat kosten. Maar zelfs een relatief lage financiële prikkel is een bewezen stimulans voor gedragsverandering. Goedkoper reizen ná de spits trekt veel reizigers over de streep, zo bleek ook bij het treinvervoer. Een lagere bijtelling stimuleert daarnaast met succes de vraag naar schonere voertuigen. Het duurt nog lang voordat we zijn afgestapt van fossiele brandstoffen, en een heffing biedt een goede weg om geleidelijk afscheid te nemen van onze vervuilende diesel- en benzineauto’s.

Welke vorm van rekeningrijden komt er?

De overheid heeft onderzoek gedaan naar vier vormen van rekeningrijden of betalen naar gebruik. Die verkenning is toegezegd in het Klimaatakkoord. In mei 2021 presenteerden wij met ANWB, BOVAG, RAI Vereniging en VNA een plan voor het nieuwe kabinet om het systeem van autobelastingen aan te passen naar ‘betalen naar gebruik’, met een tarief gebaseerd op uitstoot. In december 2021 presenteerde het nieuwe kabinet het regeerakkoord en daarin stond goed nieuws: de komende jaren treft zij voorbereidingen om rekeningrijden in te voeren voor 2030. Het kabinet focust zich daarbij op een vorm van ‘betalen naar gebruik voor alle auto’s’.

Wanneer gaan we rekeningrijden?

Dit is wel 5 jaar later dan verwacht. We gaan dus niet rekeningrijden in 2025, maar wel in 2030. Deze vertraging komt doordat het wetgevingstraject lange tijd in beslag neemt en technische aspecten uitgewerkt moeten worden.

Welke vormen van rekeningrijden bestaan er?

Het kabinet heeft gekozen voor een variant. Maar de omslag naar een ander belastingsysteem met een kilometerheffing kan op meerdere manieren plaatsvinden. Voor alle varianten geldt dat de motorrijtuigenbelasting (MRB) wordt omgezet naar een kilometerprijs. De aanschafbelasting (BPM) en de accijnzen op brandstof blijven ongewijzigd.

  1. Betalen naar gebruik voor alle auto’s 
    Alle autogebruikers betalen een bedrag per gereden kilometer (een vlakke kilometerheffing). Het kabinet heeft ervoor gekozen deze variant in 2030 in te voeren.
  2. Betalen naar gebruik voor elektrische auto’s
    Alleen gebruikers van elektrische auto’s betalen een bedrag per gereden kilometer.
  3. Betalen naar gebruik gebaseerd op tijd en plaats
    Autogebruikers betalen een bedrag dat afhankelijk is van het tijdstip van hun reis (dag of nacht) en de route (door stedelijk gebied of daarbuiten).
  4. Betalen naar gebruik gebaseerd op tijd, plaats en uitstoot
    Autogebruikers betalen een bedrag per kilometer dat afhankelijk is van specifieke factoren die gebonden zijn aan tijd, plaats en uitstoot (een gedifferentieerde heffing). Hierbij kun je denken aan een toeslag voor dieselauto’s, reizen tijdens spitsuren of reizen over wegen waar veel files zijn.

De varianten leiden volgens onderzoek van de overheid allemaal tot minder files, kortere autoritten en daardoor ook tot flink minder autokilometers (tot wel 20 procent minder). Ook neemt de uitstoot van CO2 en stikstof flink af. Vooral de gedifferentieerde heffing, de laatste variant, leidt tot minder files (een afname van wel 66 procent) en minder uitstoot (een afname van 24 procent). Ten slotte leiden alle varianten ertoe dat we iets meer auto’s gaan kopen en leiden variant 1, 3 en 4 tot de groei van het aandeel elektrische auto’s.

Voor welke vorm zet Natuur & Milieu zich in?

Bij Natuur & Milieu zetten wij ons in voor variant 4, de gedifferentieerde kilometerheffing die afhangt van hoe vervuilend en hoe zwaar de auto is, hoe druk de wegen zijn waarop je rijdt en wanneer je rijdt. Deze kilometerheffing biedt een enorme stimulans voor schonere en andere manieren van reizen: daar moeten we naartoe! Het nieuwe kabinet gaat aan de slag met de uitwerking van Betalen naar Gebruik. Wij blijven het gesprek aangaan met politici en ambtenaren om ervoor te zorgen dat het nieuwe systeem zoveel mogelijk klimaatwinst oplevert, oftewel variant 4.