Boeren zijn onderdeel van het voedselsysteem en ondernemen zoals dat binnen het systeem en de regelgeving vereist is. Maar met de rug tegen de muur is veranderen lastig. Ruimte creëer je door tijd en mogelijkheden te geven. Iedere docent weet dat studenten alleen met plezier leren of überhaupt gaan studeren, wanneer ze concrete behapbare opdrachten krijgen. Hetzelfde geldt voor ons voedselsysteem: om alle partijen in het voedselsysteem aan de slag te laten gaan met de benodigde verandering, zijn duidelijke doelen én tijd nodig. De ruilverkaveling deden we ook niet in één jaar. Begin en geef alle partijen in het voedselsysteem een tijd van tien jaar, waarin ze verandering kunnen doorvoeren. Hierdoor ontstaat ruimte in de hoofden én houding van mensen.
Daarbij is het belangrijk dat de overheid doelen per gebied voorop stelt. De doelen zijn erop gericht om landbouw en natuur in het gebied bestendig te maken voor de toekomst. De doelen gaan over biodiversiteit, gezondheid van bodem en de kwaliteit van het water, én passen bij de karakteristieken en unieke oorsprong van het gebied. Een gebiedscomité verenigt alle partijen rondom een gebied: van boer tot waterschap, van natuurbeheerder tot zuivelcoöperatie. Zij bepalen gezamenlijk hoe zij de uitdagingen van hun gebied aanpakken. De doelen zijn vastgelegd in de wet om ervoor te zorgen dat de transitie daadwerkelijk plaatsvindt. In 2030 moeten de doelen gerealiseerd zijn, binnen de afgesproken kaders. Dat kader is zo robuust, dat boeren tot 2050 zekerheid hebben over de context waarin zij werken.
Ruimte moet er ook zijn als het gaat over toekomstkeuzes. Boeren die willen moeten de mogelijkheid hebben te stoppen. Verkoop van land, gebouwen en dierenrechten moet voldoende opleveren om een nieuwe toekomst vorm te geven. Boeren die hun bedrijf willen veranderen, moeten ruimte krijgen om dit te doen. Te denken valt aan langdurige grondgebruiksovereenkomsten, zodat een boer investeringen kunnen doen, die pas op langere termijn renderen. Maar ook de andere schakels in de voedselketen spelen een rol. Supermarkten helpen door duurzame inkoopeisen in te voeren. Boeren krijgen meer zekerheid over hun afzet, wanneer de inkoop en consumptie van streekproducten bij bedrijven en restaurants normaal wordt. Ook de boeren die voorop lopen profiteren van deze gebiedsgebonden aanpak. Uiteindelijk zijn zij degene die door overdracht van hun kennis en kunde de sector op koers helpen.
Nederland heeft ruimte in middelen om deze veranderingen door te voeren. Er is budget beschikbaar voor het verbeteren van de waterkwaliteit, voor klimaatadaptatie, voor de stikstofcrisis en voor herstel van natuur. Vandaag de dag worden de middelen grotendeels besteed aan het repareren van ons failliete voedselsysteem. Versnipperd en gefragmenteerd. Door te kiezen voor een integrale verduurzaming van ons voedselsysteem en daarin te investeren, behouden we onze boeren, natuur en een leefbaar klimaat.
Geschreven door Karen Eilers, programmaleider duurzame voedselproductie.
——————————————————————
Deze opinie is geplaatst in het AD op 29 februari 2020.
Persvoorlichters
Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.