Opinie: Langer dieselen met een bestelbus is geen optie

Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb) zijn niet van plan om elektrische bestelauto’s aan te schaffen, zo was afgelopen maandag te lezen in deze krant. Dit blijkt uit een onderzoek van onder meer MKB Nederland en VNO-NCW.

Maar in plaats van vast te willen houden aan het oude, is het veel zinvoller om ondernemers juist te helpen om zich voor te bereiden op de nabije toekomst waarin bestelbussen minder vervuilend mogen zijn en alles draait om duurzaam vervoer. We staan in Nederland voor de grote uitdaging om de CO₂-uitstoot te verminderen, om de opwarming van onze aarde te beperken. Daarvoor zullen alle sectoren, dus ook de mobiliteit, een bijdrage moeten leveren. Daarom heeft de overheid plannen gemaakt om onder meer het elektrische wagenpark te vergroten en auto’s en bestelwagens op fossiele brandstoffen langzaam tot het verleden te laten behoren. Het afbouwen van de vrijstelling voor de aanschafbelasting (BPM) voor bestelwagens op fossiele brandstoffen is daarvan een logisch onderdeel.

Vanaf 2025 komt er in 27 gemeenten en op Schiphol een nul-emissiezone
Want bestelauto’s stoten, in vergelijking met personenauto’s, meer CO₂ uit en dragen substantieel bij aan de totale vervuiling door het wegverkeer. Vanaf 2025 komt er daarom in 27 gemeenten en op Schiphol een nul-emissiezone voor bestel- en vrachtwagens. Dit staat al gepland en ondernemers zullen er een oplossing voor moeten vinden.

In deze nul-emissiezones zijn nieuwe bedrijfsvoertuigen alleen welkom als ze uitstootvrij rijden. Bestaande Euro 5-bestelauto’s hebben toegang tot eind 2026 en Euro 6-bestelauto’s tot eind 2027. Langer ‘doordieselen’ met een tweedehands voertuig is dus maar beperkt mogelijk.

Om ondernemers te steunen bij de keuze voor een elektrische bestelbus, is er tot eind 2025 een aanschafsubsidie beschikbaar. Het totale kostenplaatje van elektrisch wordt zo de komende jaren voor de meeste type bestelbusgebruikers aantrekkelijker dan een diesel. Wanneer dat exact is, verschilt en hangt af van het aantal gereden kilometers en waar de bus opgeladen kan worden (op eigen zonnestroom of bij snellaadstations). Het is uiteindelijk ook logisch en eerlijk dat subsidies verdwijnen. Het draait zich om dit: wie straks kiest voor een vervuilender voertuig, gaat meer belasting betalen en wie kiest voor een schoon voertuig minder. Die stap gaat de overheid niet alleen bij bestelwagens maken, maar ook bij personenauto’s.

Wie een eigen bestelbus te duur vindt, kan bovendien kijken naar andere duurzame vervoersoplossingen, zoals een cargobike, een licht elektrisch voertuig of duurzame transportdienst. En natuurlijk spelen niet alleen kosten een rol. Het moet allemaal wel praktisch goed geregeld worden.

De afgelopen jaren is het aantal snellaadpunten gegroeid naar ruim drieduizend, maar de overheid moet zorgen dat de uitbreiding daarvan, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen, niet misgaat door beperkte capaciteit op het elektriciteitsnet. En diezelfde overheid moet blijven pleiten voor strenge Europese productienormen voor voertuigproducten, zodat er voor iedere ondernemer die de overstap wil maken voldoende aanbod en keuze in elektrische voertuigen is.

Dit opinie-artikel werd op 30 september 2022 gepubliceerd in het Algemeen Dagblad.