Een verhouding van 80 procent zonne-energie en 20 procent windenergie leidt tot veel extra kosten. Zonnevelden leveren namelijk weinig stroom in de winter, terwijl de vraag naar stroom dan juist hoog is. Dit is deels op te lossen door een stroomoverschot van de zomer op te slaan, bijvoorbeeld in de vorm van waterstof, maar het is goedkoper en energiezuiniger om zoveel mogelijk elektriciteit direct te gebruiken. Opslag is niet de duurzaamste oplossing. Allereerst moet er kostbare apparatuur worden geïnstalleerd om de opslag mogelijk te maken. Daarnaast gaat er een aanzienlijk deel van de energie verloren bij het opslaan. Dit energieverlies moet vervolgens gecompenseerd worden, waardoor er weer meer windmolens en zonnepanelen nodig zijn om voldoende groene stroom te leveren. Bij een gelijkwaardige verdeling tussen zonne- en windenergie is er ook opslag nodig, maar veel minder dan bij de verdeling 80 procent zon en 20 procent wind.
Verantwoorde opwek zonne-energie
Met de plannen voor grootschalige groei van zonne-energie is het ook belangrijk dat er in de eerste plaats wordt gewerkt met de beschikbare ruimte op de daken. Dit zijn zogeheten no-regret opties: de zonnepanelen nemen ongebruikte ruimte in, die niet voor een ander doel wordt gebruikt. Dit is beschreven in de constructieve zonneladder van de Natuur- en Milieufederaties. Als de zonnepanelen wel op land komen, dan is Natuur & Milieu van mening dat ze moeten voldoen aan de Gedragscode Zon op land. In deze code staan voorschriften voor projectontwikkelaars van zonneparken. De code maakt de broodnodige groei van zonne-energie mogelijk met minimale impact op de ruimte en met respect voor lokale natuur en omwonenden. Deze code moet verplicht worden gesteld bij de uitbreiding van zonne-energie.
Groei windenergie
Natuur & Milieu is voor een groei van windenergie. Dit betekent niet enkel dat er meer molens moeten komen. Met efficiëntere windmolens kan met hetzelfde aantal molens op land veel meer groene stroom worden opgewekt. Een gemiddelde windmolen in Nederland heeft nu een vermogen van minder dan 2 MW. Nieuwe windmolens hebben een gemiddeld vermogen van 5.6 MW. Als geleidelijk aan de oude windmolens door nieuwe molens worden vervangen, kunnen we in Nederland al meer dan twee keer zoveel vermogen realiseren met dezelfde hoeveelheid windmolens.
Regionale Energie Strategieën
In het Klimaatakkoord hebben we afspraken gemaakt om onze nationale CO2-uitstoot te verminderen. Een deel van deze afspraken wordt in de praktijk uitgevoerd in de Regionale Energie Strategieën. Momenteel maken overheden met waterschappen, netbeheerders, het bedrijfsleven en inwoners in 30 regio’s plannen over de opwek van hernieuwbare energie, hoe de gebouwde omgeving gaat isoleren en van het aardgas af gaat en over de benodigde opslag- en energie-infrastructuur. De regio’s moeten voor 1 oktober dit jaar hun conceptplan inleveren. Dan zal het Planbureau voor de Leefomgeving de plannen beoordelen op haalbaarheid en bepalen of ze voldoende zijn om aan de afspraak uit het Klimaatakkoord te voldoen.
Lees het NOS artikel
Persvoorlichters
Voor persgerelateerde vragen kun je terecht bij een van onze persvoorlichters.