Gebruik chemische bestrijdingsmiddelen slecht voor de natuur
Chemische bestrijdingsmiddelen. Dat klinkt niet als iets dat je je moeder, kinderen of huisdier graag te eten geeft. Toch worden onze groenten en fruit vaak behandeld met deze chemische bestrijdingsmiddelen. Dat geldt ook voor de bloemen en planten die we kopen. Boeren en kwekers gebruiken de middelen om hun gewassen snel en zonder beestjes of schimmels te laten groeien. Voor onze tuin of ons balkon bezoeken we ook nog te vaak de afdeling ‘bestrijdingsmiddelen’ bij het tuincentrum als we veel slakken of bladluis in de tuin hebben. Maar weten we eigenlijk wel wat we gebruiken? En welke gevolgen heeft dit voor onze gezondheid en de natuur?
Welke effecten hebben bestrijdingsmiddelen op de natuur?
Je hebt de term ‘biodiversiteit’ vaak voorbij zien komen. Bio betekent ‘leven’ en diversiteit ‘verschillen’. Met de term bedoelen we dus de veelheid van soorten planten en dieren die de wereld kent. En die aantallen gaan hard achteruit. Bijna de helft van de insectensoorten wordt met uitsterven bedreigd, maar ook de aantallen vogels, reptielen en vissen staan onder druk. Vooral met de wilde bijen gaat het erg slecht. En zij zijn juist zo belangrijk voor de bestuiving van planten die ons van voedsel voorzien.
Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat chemische bestrijdingsmiddelen een grote rol spelen bij de achteruitgang van de soorten. Ze doden niet alleen het leven op de planten, maar ook alles eromheen. Bijen, insecten en vlinders. En daarmee ook weer de vogelsoorten die deze insecten eten. De middelen komen in het grondwater en zorgen voor vervuilde sloten en meren. Vissen en andere waterdieren krijgen de middelen binnen.
Een groot deel van de bestrijdingsmiddelen in Nederland wordt gebruikt in de landbouwsector, maar ook bij de teelt van bloemen en (tuin)planten moeten grote stappen gezet worden. Tijdens ons onderzoek in 2021 troffen we op circa 12 procent van de onderzochte planten nog illegale chemische bestrijdingsmiddelen aan. Het gaat dan om de bloemen die je misschien wel cadeau geeft aan je moeder. Of om de planten die je koopt voor in je eigen tuin.
Wat doen bestrijdingsmiddelen met onze gezondheid?
Hoe zit het met ons? Wat te denken van kinderen die tussen de planten spelen in een achtertuin waar iemand net zo’n flesje bestrijdingsmiddelen uit het tuincentrum heeft gebruikt? Er wordt ook steeds meer onderzoek gedaan naar de gevolgen van bestrijdingsmiddelen op onze gezondheid. Onderzoek heeft bijvoorbeeld een link aangetoond tussen ziekten als Parkinson en Alzheimer en de blootstelling aan de middelen. Zelfs kleine hoeveelheden bestrijdingsmiddelen kunnen al effecten hebben op de hersens en ontwikkeling van kinderen. Ook wordt er onderzoek gestart naar het verband tussen hartritmestoornissen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Het RIVM doet verschillende onderzoeken naar de gevolgen van bestrijdingsmiddelengebruik voor omwonenden van bloembollenvelden. In recent onderzoek werden resten van bestrijdingsmiddelen gevonden in de urine van volwassenen en kinderen. Verder onderzoek naar de risico’s is nodig. Ook de verbanden tussen verschillende soorten bestrijdingsmiddelen en kanker worden onderzocht, onder andere door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid.
Chemische bestrijdingsmiddelen als laatste redmiddel
Voorkomen is beter dan genezen. Daarom pleiten we bij Natuur & Milieu voor een systeem waarbij we vooral gaan werken met de eigen kracht van de gewassen en de natuur. Daardoor kunnen planten goed groeien zonder al die chemische hulp. Beresterke aardappels kweek je door ze regelmatig op nieuwe grond te zetten en af te wisselen met andere gewassen. Wilde bloemen aan de rand van de akkers trekken natuurlijke vijanden van ongewenste beestjes aan en aanvullend kunnen boeren en kwekers groene, natuurvriendelijke middelen inzetten. Chemische middelen moeten we alleen nog gebruiken als allerlaatste redmiddel.
Hoe komen we daar?
Er ligt een belangrijke rol voor de overheid aan het paal en perk stellen van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Streng beleid en handhaving zijn nodig. Daarom dringen we er bij het Ministerie van Landbouw en Visserij en de Tweede Kamer steeds op aan beter beleid te maken. We pleiten ervoor de extreem schadelijke middelen te verbieden. Daarnaast willen we dat de biologische middelen goedkoper worden en de chemische duurder, dan wordt het voor boeren en telers ook aantrekkelijker om voor de biologische variant te kiezen. Dit moet ondersteund worden door duidelijke en afdwingbare doelstellingen die goed gemonitord worden. De toelating van biologische middelen moet ook gemakkelijker worden, de huidige toelatingsmethoden voor middelen zijn vooral toegespitst op chemische middelen. Deze lobby doen we niet alleen; we werken daarbij samen met andere natuurorganisaties en ook steeds meer met gezondheidsorganisaties.